LANGS ROMEINS EN ROMAANS ERFGOED
AUTUN - BOURGONDIË

© L.A.W.V.VIA-VIA


Autun is één van de oudste steden van Bourgondië. In 15 v. Chr. stichtte keizer Augustus de naar hem vernoemde nederzetting Augustodunum, die de plaats innam van Bibracte (op Mont Beuvray), het centrum van de Aeduers. Autun - met op zijn hoogtepunt 100.000 inwoners - verwierf al snel door alle pracht en praal de bijnaam 'soror et aemula Romae' (zuster en rivale van Rome).

De nederzetting was door haar allure, maar ook door de ligging aan de Via Agrippina (van Lyon naar Boulogne-sur-Mer), na Lugdunum (Lyon) de tweede stad van de Romeinse provincie Gallia. Autun werd in die periode omwald en versterkt met vier stadspoorten en 54 halfronde torens, terwijl voor het culturele element een theater en een amfitheater verrezen. Hoewel niet alle Gallo-Romeinse monumenten de tand des tijds hebben doorstaan, is het Autun uit die tijd nog zichtbaar, ook in het als een dambord neergelegde stratenplan.

Na de derde eeuw raakte de nederzetting door oorlogen en verwoestingen door Romeinse tegenkeizers, Vandalen, Franken en Saracenen in verval. Pas in het derde kwart van de 11e eeuw bloeide de stad weer op, doordat de relieken van St. Lazare van Marseille naar Autun werden overgebracht. Om de relieken van de heilige Lazarus een waardig onderkomen te verschaffen, werd in 1120 in opdracht van bisschop Étienne de Bagé begonnen met de bouw van van binnen puur romaanse, maar van buiten eerder laatgotische basiliek, die is uitgevoerd in graniet, de steensoort van de Morvan. In 1130 volgde de wijding door paus Innocentius II en aan het eind van de 12e eeuw werden de beenderen van Lazarus bijgezet in een speciaal hiervoor ontworpen mausoleum.

STADSWANDELING DOOR AUTUN

Het silhouet van Autun, gelegen aan de zuidoostrand van het Parc du Morvan, wordt al van verre beheerst door de flamboyant-gotische vieringtoren van de kathedraal St. Lazare en door de twee donkergrijze molshopen van leisteenafval aan de stadsrand, die in de jaren '50 van deze eeuw werden opgehoopt. Autun is een bijzonder gezellige stad met een klein overzichtelijk centrum. Het sfeervolle, oude stadshart met zijn huizen, getooid met rode pannendaken, ligt voor een deel terrasgewijs op de beboste heuvel Montjeu en voor een deel aflopend naar en op de oever van de rivier de Arroux. Het eigenlijke centrum van Autun is het Place du Champ de Mars, een genoeglijk plein met parkeerruimte, terrasjes en restaurants, dat de middeleeuwse stadskern verbindt met de bredere boulevards daaromheen.

Het Romeinse en Romaanse erfgoed van Autun ligt op loopafstand van elkaar, maar als je niet meer dan één dag aan de uitgebreide bezichtiging van Autun met museumbezoek wilt wijden, dan zul je keuzen moeten maken.

© L.A.W.V.VIA-VIA

We starten onze rondwandeling in het centrum op het Place du Champ de Mars. Hier is parkeerruimte genoeg of je moet er op vrijdag komen als er markt is. Dan is het even zoeken naar een parkeerplek. Aan dit grote plein ligt het Hôtel de Ville met in de bibliotheek wiegendrukken en oude manuscripten, vooral uit de Karolingische periode. Eronder zijn de overdekte markthallen. Aan de westzijde vind je er het Lycée Bonaparte. Op dit 18e eeuwse jezuietencollege met zijn fraai bewerkte smeedijzeren hek hebben Bussy-Rabutin, Joseph en Lucien Bonaparte en de jonge Napoleon (slechts enkele maanden) onderwijs genoten.

We verlaten het Place du Champ de Mars over de Avenue Charles de Gaulle en lopen door deze drukke winkelstraat langs het VVV-kantoor in de richting van het station. Bij het Gare S.N.C.F van Autun gaat het in westelijke richting naar het Place de Verdun. Op de rotonde rechtsaf onder het treinviaduct door tot aan de rivier de Arroux. Meteen achter de brug zie je voor je de Tempel van Janus en voert ons een kleine geasfalteerde weg tot bij de Tempel van Janus, gelegen buiten de oorspronkelijk Romeinse vesting aan de andere kant van de Arroux. Het is een bouwwerk uit de 1e eeuw waarvan de functie onduidelijk is, maar dat een heiligdom kan zijn geweest. Twee muren van de 24 m hoge vierkante toren staan nog overeind.

Vanhier nemen we de voetweg in oostelijke richting tot aan de doorgaande weg D980 naar Saulieu. Lopend naar de stad over de Rue du Faubourg d'Arroux komen we na een paar honderd meter bij een Romeinse stadspoort. Het is de Porte d'Arroux, een van de twee stadspoorten van de Romeinse stadswallen, die zonder enige twijfel de bouwmeesters van Cluny hebben geïnspireerd bij hun teruggrijpen op antieke vormen (gegroefde pilasters en Corinthische kapitelen). De Porte d'Arroux of Porto Senonica lag aan de Via Agrippina (nu de D980) en heeft op de bovenste etage de al eerder genoemde pilasters en kapitelen.

We vervolgen onze stadswandeling en aangekomen bij de drukke Avenue da la Republique gaan we linksaf en stuiten even verderop op de Église St. Jean. De vrouwenabdij werd aan het eind van de 6e eeuw gesticht door de legendarische koningin Brunehilde, maar deze kerk is 18e eeuws. In het interieur zijn de vergulde beelden en het marmerwerk te zien, die in de 18e eeuw het koor van de kathedraal St. Lazare hebben gesierd, maar in 1939 werden verwijderd.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Even verder slaan we rechtsaf de Rue de Gaillon in en lopen door tot aan de andere stadspoort, de Porte St. André of Porta Lingonensis (vroeger op de uitvalsweg naar Langres, nu aan de RN81). Deze stadspoort bezit twee bogen voor het snelverkeer (toen voor door paarden getrokken strijdwagens), twee voor de voetgangers en op de eerste etage een galerij met arcaden. Naast de poort staat de enige overgebleven wachttoren (in de Middeleeuwen als kerk gebruikt). Volgens de legende stierf St. Symphorien bij deze poort zijn marteldood.

De route brengt ons nu door de Rue des Fusiliers Marins naar de Rue du Théâtre Romain. We slaan rechtsaf de Avenue du 2eme Dragon. Verderop ligt het Romeins Amphitheater. Dit voor een groot deel gerestaureerde theater uit de 1e eeuw, dat nu ligt onder een kroon van lindebomen, was in het Romeinse tijdperk het grootste theater in Gallië. De halve cirkel had een doorsnede van 149 m en de in de rotsen uitgehouwen rangen boden plaats aan zo'n 15.000 toeschouwers. In dit theater worden op bepaalde avonden in de zomermaanden grootschalige spektakelstukken opgevoerd. In het huis naast het theater zijn enkele Gallo-Romeinse beelden, pilaren en stéles in de muur gemetseld.

© L.A.W.V.VIA-VIA

Terug bij de ingang lopen we richting stad en komen op de fraaie allee Promenade des Marbres, zo genoemd naar een nu verdwenen marmeren Romeinse triomfboog. Waar nu de linden staan, stonden eens beelden en waar toen de Romeinen flaneerden, beproeven nu de mannen van Autun hun behendigheid bij het jeu de boules. Aan het eind van de avenue ligt aan je linkerhand het kleurrijke dak van geglazuurde tegels van het voormalige 17e eeuwse seminarium, nu Lycée Militaire, en de tuin van Le Nôtre.

Op het Place de Chamasse gaan we linksaf de Rue de la Jambe de Bois in en lopen door smalle straatjes, de Rue St. Anne en Rue Bouteiller naar de Place d'Hallencourt. We zijn nu vlakbij de kathedraal St. Lazare. Rondom de kathedraal is het een wirwar van kronkelende steegjes, waaraan fraaie vakwerkhuizen met prachtige vensteromlijstingen en portalen, opgefleurd met bloembakken, staan die als 'Salon de thé', 'pâtisserie' of voor de verkoop van antiek en curiosa de bezoeker uitnodigen niet alleen de aandacht te richten op de kathedraal. Toch is het vooral deze kathedraal St. Lazare aan het Place du Terrau en Place St. Louis die onze bijzondere aandacht trekt. Het is een van de hoogtepunten van de Romaanse bouw- en beeldhouwkunst en is een uitvoerig bezoek meer dan waard.

Naast de kathedraal ligt aan het Place du Terrau ook het Musée Rolin. Dit is één van de rijkste musea in Bourgondië met tevens één van de best geëxposeerde collecties. In dit museum, dat werd genoemd naar kardinaal Rolin en voor een deel is gehuisvest in het voor hem in de 15e eeuw gebouwde paleis, zijn Gallische en Gallo-Romeinse voorwerpen en middeleeuwse kunst opgesteld. Pronkstuk is het bas-reliëfverleiding van Eva van Gislebertus, dat deel uitmaakte van het noordportaal (uit circa 1130) van de kathedraal. Hoewel de liggend afgebeelde Eva met haar knieën en ellebogen aan de rand vastgekleefd is, lijkt zij te zweven. Voor de Middeleeuwen is deze met volle barsten en een sensueel lonkende blik afgebeelde vrouw uitzonderlijk erotisch. Niet minder belangrijk zijn de fragmenten van het 12e eeuwse mausoleum van Lazarus (vernietigd in de 18e eeuw, beeldhouwer monnik Martin Monachus), waarvan drie beelden, die van Andreas, Martha en Maria Magdalena met hun langgerekte lichamen, het kruisbeeld van Jezus en kleinere fragmenten zijn overgebleven. Tot de collectie behoren verder het 15e eeuwse schilderij 'Geboorte van Christus' (waarop ook de opdrachtgever, kardinaal Jean Rolin, voorkomt) van de 'Meester van Moulins', het 15e eeuwse beeld 'Vierge d'Autun' en dat van de heilige Catharina van Jean de Ia Huerta uit dezelfde eeuw. Van de Gallo-Romeinse periode dateren grafstèles, sarcofagen, helmen, keramiek, glas en mozaïeken.


Vlak bij de kathedraal St. Lazare ligt de Tour des Ursulines. We bereiken deze toren door de Rue Rivault. Deze Tour des Ursulines is een 12e eeuwse achthoekige donjon (met een 19e eeuws Mariabeeld) die deel uitmaakte van de burcht van de hertogen, gelegen op het zuidelijkste punt van de Romeinse vestingmuren. Aan de westzijde en zuidoostkant van de stad zijn nog de gaafste delen van die Romeinse vestingmuren met een lengte van 6 km te ontdekken en wel aan de Boulevard Mac Mahon en Boulevard des Résistants Fusillés. Deze wallen, voorzien van tinnen, zijn 11 m hoog en 2,5 m dik. Via de Rue du Faubourg St. Blaise sla je rechts af de eerder genoemde boulevards in en rijzen rechts van je deze machtige Romeinse vestingmuren op.

Je bent hier op het hoogste punt van de stad en de weg volgend daal je af naar het centrum. Aangekomen op de eerste kruising kun je ervoor kiezen rechtsaf onder de stadsmuur door naar de oude binnenstad te gaan met zijn smalle straatjes en steegjes of de stadsmuur volgen en onderaan afbuigen naar het centrum waar we de wandeling begonnen zijn. Kies je voor de oude binnenstad dan brengen steile en gezellige straatjes met winkels en terrassen je terug naar de Place du Champ de Mars, het beginpunt van onze stadswandeling.


Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 14-09-2002 door C.P.J. Aerssens