CATHÉDRALE NOTRE-DAME-DE-ROUEN

© L.A.W.V.VIA-VIA
Gotische arcaden, triforium en slanke raampartijen

De verschillende fasen waarin de gotiek tot uiting kwam, zijn alle vertegenwoordigd in wat kenners betitelen als één der mooiste kerken van Frankrijk. Vele kunstenaars hebben de schoonheid trachten Ie 'vangen', onder andere Claude Monet die de façade als spiegel gebruikte om op verschillende tijden van de dag het licht in een dertigtal schilderijen vast te leggen.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Detail graftombe zoon van Rollo de Viking
Nadat de Viking Rollo 'vereerd' was met de hertogstitel, kreeg Normandië een zekere rust. Aartsbisschop Robert, een zoon van hertog Richard I, steunde het hooggegrepen plan voor een langgerekte kathedraal, doorsneden met een dwarsbeuk en drie apsiskapellen. In het interbellum tussen de twee wereldoorlogen werd tijdens opgravingen de crypte van het in het midden van de 11e eeuw voltooide godshuis teruggevonden. De 12e eeuwse aartsbisschop van Rouen, Hugo van Amiens, leerde de beginnende gotiek in de abdijkerk St. Denis in Parijs kennen. Hij was verrukt van de nieuwe bouwstijl en benutte alle mogelijke inkomsten om ook Rouens kerk in gotische stijl ie verfraaien. De Tour St. Romain (linkertoren in de hoofdgevel) werd nog ander Hugo's supervisie gebouwd. De drie portalen in de voorgevel, waarvan de omlijstingen van de deuren van de beide buitenste portalen bewaard zijn gebleven, werden door zijn opvolger gerealiseerd. In 1185 werd het besluit genomen het Romaanse schip af te breken. In afwachting van een nieuwe romp stonden dwarsbeuk en koor wat 'kaal' verwijderd van de voorgevel. Een felle brand in 1200 maakte een einde aan de macabere, halve kathedraal en de fundamenten van het nieuwe, gotische schip. Jan zonder Land, de toenmalige hertog van Normandië, tastte diep in de geldbuidel en dat kwam de bouwmeester Jean d'Andely goed uit.

Deze zag in zijn bouwkundige dromen een veel grotere kerk dan de afgebrande herrijzen. Vooral de dwarsbeuk zou volgens hem breder moeten worden en het koor een stuk langer dan van de voorganger. Omdat het binnenkoor breder werd dan het voorafgaande binnenste deel van het schip, ontwikkelde hij een trape- ziumvormige basis voor de lantaarn van de vieringtoren. De kathedraal van Chartres moest het zonder galerijen doen, maar in Rouen ontwierp Jean d'Andely een wandelgang die op diverse zuiltjes rustte. Nog geen twintig jaar na de grote brand werd het laatste gewelf van zijn sluitsteen voorzien en nadat de lantaarn op de vieringtoren was gezet, sloten de timmerlieden en metselaars hun gereed- schapskisten. De pracht van de 13e-eeuwse glas-in-loodvensters verdween echter al in 1270 toen, naar het modebeeld van destijds, de ruimte tussen de steunberen en luchtbogen voor kapellen werd benut. Tien jaar later volgde nog een toevoeging, dit keer een portaal. De kanunniken van het kapittel eisten een gerieflijker toegang en bekostigden hun eigen, noordelijke façade met portalen, De zuidelijke ingang van de dwarsbeuk werd bekostigd door een reder van Honfleur. In de 15e /16e eeuw werd de voorgevel vernieuwd door een flamboyant-gotisch front toe te voegen. De zuidelijke toren, de Tour de Beurre, werd met hetzelfde raffinement opgezet.

In 1562 werd de kathedraal door Hugenoten geplunderd. Ze smolten de kerk- schatten om en vernielden de graftombes. Ook de Franse Revolutie slurpte alle koper, lood, zilver en goud uit de kerk. De langwerpige askapel werd een graan- opslagplaats. De 'rede' werd god, de kerk werd concertzaal. Een blikseminslag in 1876 in de vieringtoren en bombardementen in 1944 leidden tot herstelwerk- zaamheden die tot 1956 duurden. In april 1944 werd de zuidelijke transeptarm plat gewalst door bommen. De luchtdruk van de explosies vernielden tal van kostbaarheden, Het einde van de restauraties is nog niet in zicht. De kathedraal wordt helaas danig aangetast door benzine- en industriedampen, zodat opbouw en afbraak ook in de toekomst bouwsteigers nodig zullen blijven hebben.

Exterieur

De westelijke hoofdgevel wordt aan weerszijden door torens afgesloten zodat de gevel breder lijkt dat ze is. Deze verbreding wordt toegeschreven aan de regio- nale variant van de gotiek, die overigens vaker in Engeland dan in Frankrijk voorkomt. Dat is geen wonder wanneer bedacht wordt dat na de verovering van Engeland tal van Normandische edelen hun overzeese gronden verrijkten met een gotisch godshuis. De twee torens zijn verschillend. De linkertoren wordt Tour St. Romain genoemd en is de oudste. Hij heeft met de onderste verdiepingen de grote brand van 1200 doorstaan en toont nu een zeer rudimentaire gotische stijl. De vijfde verdieping dateert van de 15e eeuw. De achtzijdige torenbekroning omsluit een duizenden kilo's zware klok, de 'Jeanne d'Arc'. De meer bewerkte rechter (zuidelijke) toren heeft in de volksmond de naam Tour de Beurre gekre- gen, Hij werd van 1485 tot 1506 opgetrokken en levert Rouen nu een monoliet met magnifiek flamboyant-gotische stijlkenmerken. De kosten van deze toren zijn uit de naam te halen, 'beurre' is namelijk boter. Tijdens de vastentijden hadden gelovigen de gelegenheid toch melkproducten (boter, kaas) tot zich ie nemen, wanneer ze er maar voor betaalden, Door deze afbetaling van een vastendeel kon de rijk gedecoreerde toren van 75 m gefinancierd worden. Op elke verdiep- ing is een bonte mengeling van traceringen, sculptuur en pinakels zichtbaar, De hoogste verdieping is bekroond door een krans van pinakels in een achthoek die opgaat in een baldakijn met fijn maaswerk.

Tussen de twee torens openen zich drie portalen in de flamboyant-gotische voorgevel. Het linkse Portail St. Jean en het rechtse zijn het oudst; ze zijn sober- der uitgevoerd dan het centrale portaal, Het portaal laat in het timpaan een voorstelling zien van de onthoofding van Johannes de Doper tijdens het feest van Herodes. Salomé danst op haar handen. Het Portail Central was oorspronkelijk 12e eeuws, met een 14e eeuws rozetraam. Na en wellicht door de voltooiing van de Tour de Beurre ontstonden scheuren in de muren van de voorgevel. Twee enorme steunberen moesten verdere schade voorkomen, Het centrale hoofd- portaal werd in 1509/1514 opnieuw opgezet onder leiding van architect Rouland Le Roux. In het timpaan valt 'af te lezen' hoe de houwer Pierre des Aubeaux de boom van Jesse uitkapte. Onder meer de vier belangrijke profeten Jesaja, Jeremia, Ezechiël en Daniël zijn te zien. Maria troont aan het einde van de stamboom, verlicht door zonne- en sterrenstralen, Pierre des Aubeaux' kwaliteit om benen weer te geven zijn overduidelijk. In de boogrondingen vallen meer dat 350 figuren te bewonderen. De rechter toegang tot de kathedraal, het 13e eeuwse Portail St. Étienne heeft een ernstig verminkt timpaan. Het heeft als onderwerp de steniging van St. Étienne. Apostelen en profeten aanschouwen in vogelvlucht het archaïsche vonnis. Aan de noordelijke zijde is de noorder transeptarm te bereiken via een poort die naar een binnenhof leidt. Hier maakt het Portail des Libraires zijn oogstrelende opwachting.

In de flamboyant-gotische binnenhof (1482), gerestaureerd in de 19e eeuw, vormt deze het perfecte hoogtepunt in de architectonische compositie. Beneden in het portaal zijn zeer fijne reliëfmedaillons uitgesneden die het scheppingsverhaal, de geschiedenis van Kaïn en Abel, de zeven kunsten en een broeiende serie middeleeuwse sagen en legenden voorstellen. Het eind 3e eeuwse timpaan laat een Laatste Oordeel zien. In het onderste register staan de doden weer op en in het bovenste vindt de scheiding van goed en kwaad plaats. Dit portaal wordt kwalitatief hoger aangeslagen dan dat van de voorgevel. Ook de zuidelijke transeptarm heeft een interessante toegang. Het is gedateerd op circa 1280 en wordt Portail de la Calende genoemd. Klaverbladmedaillons zijn in reliëf gezet, taferelen uit het Oude Testament overwoekeren de portaalvlakken. In het timpaan is de Lijdensgeschiedenis, de Wederopstanding en de Hemelvaart van Christus afgebeeld. Ook het pinksterfeest heeft een plaats gekregen. Het portaal is genoemd naar de geestelijken die enkele malen per jaar op de 'calende', de eerste dag van de Romeinse maand, gedachten uitwisselden met elkaar in één van de huizen op het plein.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Gotisch middenschip


© L.A.W.V.VIA-VIA
Tour St. Romain en Tour de Beurre


© L.A.W.V.VIA-VIA
Neogotische vieringtoren met Portail de la Calende
Interieur

Eenvoud en souplesse in de ritmiek van de nergens decoratief overwoekerde zuilen tussen het schip en de zijbeuken geven het al aan. Hier regeert de Normandische variant van de gotiek oppermachtig en zorgt ervoor dat de ruimte een ingetogen en toch overweldigende sfeer oproept. De kathedraal is een bouwkundige encyclopedie van de diverse stijlfasen waarin de gotische architectuur ingedeeld kan worden,

© L.A.W.V.VIA-VIA
Gotische zuilen en kapitelen
Het schip, elf traveeën lang, heeft in tegenstelling tot het gotische complex van Chartres, nog wel een triforium. De kathedraal heeft grote arcaden, een triforium en slanke raampartijen, De na voltooiing van het schip aangebrachte kapellen zijn gewijd aan de beschermheiligen van de diverse gilden. De schitterende, deels opengewerkte torenlantaarn wordt boven de viering gehouden door vier imponerende pilaren. In de linker (noordelijke) transeptarm bevindt zich de Escalier de Ia Librairie, in 1480 door Guillaume Pontifs ontworpen. De trap voert naar de bibliotheek. Glasvensters uit de 14e/16e eeuw laten het zonlicht over de trap strijken. De zuidelijke transeptarm is verrijkt met de Chapelle Jeanne d'Arc.

Het 13e eeuwse koor herhaalt de sublieme eenvoud die het schip in de lijnvorming bewerkstelligt. Kapitelen met maaswerk, gebeeldhouwde hoofden en gestileerde bloemen worden omhoog gebracht door de machtige cilinders van de zuilen. De driedelige wandopstand vormt de dramatische achtergrond en ook de invulling van de vloer met 15e eeuwse koorbanken doet mee met de algehele harmonie. Het hoofdaltaar is in Italiaans marmer uitgevoerd (dal van Aosta) en wordt gedomineerd door een loden, met goud bewerkte Christus, De kooromgang, sierlijk openend ( met drie kapellen in flamboyant-gotische stijl, bevat vijf 13e eeuwse ramen, Deze verrières bieden het zeldzame blauwrode kleurpalet dat de vroege glazeniers hanteerden. Clément, de glaskunstenaar van Chartres, tekende voor enkele ramen. Twee kleine kapellen flankeren de langgerekte, centrale Chapelle de Ia Vierge. Twee 16e eeuwse tombes zijn hier te vinden, De Tombeau des Cardinaux d'Amboise laat een vroege renaissancestijl zien (1515-1525). Biddende en geknielde figuren schuilen onder het gedetailleerde baldakijn. De onderbouw toont de vier hoofddeugden (recht, kracht, matigheid en bedachtzaamheid). Links in de kapel is de Tombeau de Louis de Brézé een goed voorbeeld van een gotisch grafmonument. Diane de Portiers is wenend afgebeeld bij de gisant van de drost. De crypte onder het koor is het restant van de voorafgaande, Romaanse kathedraal. Ze is met de kooromgang en de tomben in een toeristische randgang opgenomen.

BRONNEN:

- ANWB Reisgids: Normandië - Bretagne, G. de Graaf, ISBN 90-18-00414-6
- Capitool Reisgidsen: Frankrijk, ISBN 90-410-1806-9



Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 23-11-2005 door C.P.J. Aerssens