PEERKEPAD 3
Traject Vessem - Duizel - Eersel - Bergeijk - Westerhoven 19 KM

© www.vessemdekempen.nl
Vessem - Parochiekerk St. Lambertus aan de Servatiusstraat

Vertrekpunt
Afstand
Korte karakteristiek





Pelgrimshoeve Kafarnaüm in Vessem
Ongeveer 19 km.
Dit traject van het Peerkepad voert ons vanuit de Pelgrimshoeve Kafarnaüm in Vessem door het beekdal van de Kleine Beerze naar het zuidelijk gelegen Duizel. Vanhier wandelen we naar Eersel om over de Markt in zuidoostelijke richting door het buitengebied met beekdal van de Run naar Bergeijk te gaan. Over de Bergerheide bereiken we het centrum van Bergeijk om dan door de wijk Bucht oostwaarts naar Westerhoven te wandelen, het eindpunt van deze dagetappe.

ROUTEBESCHRIJVING

Het startpunt van deze dagwandeling is de Pelgrimshoeve Kafarnaüm, een Brabantse langgevelboerderij, gelegen aan het Pelgrimspad, de route naar Santiago de Compostella, de Via Monastica en het ook het Peerkepad. Hier vindt de pelgrim een overnachtingsplek, een plek van rust en bezinning, en is hier is het vertrekpunt voor het aansluitende traject naar Bergeijk. Aan de overzijde van de straat bij de Pelgrimshoeve ligt de parochiekerk St. Lambertus uit 1882 en gebouwd op de fundamenten van de oude Middeleeuwse kerk. De toren van de St. Lambertuskerk, uitgevoerd in Kempense Gotiek uit de 15e eeuw met geledingen en spaarvelden die versierd zijn met boogfriezen, is hierbij behouden. In de toren hangen twee klokken, gegoten door Jean Petit in 1716 en 1726. Het Neo-Gotisch schip is ontworpen door de Tilburgse architect H. Bekkers als driebeukige basiliek zonder transept, met lager koor en kapellen opzij tegen de toren aangebouwd. Na het Tweede Vaticaans Concilie (1965) is de kerk in 1967 versoberd en zijn de wanden en plafonds wit gekalkt. Hierbij zijn de unieke florale wand- en gewelfschilderingen uit 1890 van de Roermondse kunstschilder Joseph Lommen, een leerling van de vermaarde kerkenbouwer Pierre Cuijpers, verloren gegaan. Verder zijn ook enkele waardevolle stukken, zoals het hoogaltaar van de Turnhoutse kunstenaar Cornelis van Opstal en de ramen van de uit Brussel afkomstige glazenier Jean-Baptiste Capronnier (1814-1891) uit de kerk verdwenen. Bij de restauratie in 2009 zijn de eerder ondergekalkte decoraties hersteld en “opgehaald”.

© www.vessemdekempen.nl
Vessem - Piëta in de grot van de Calvarieberg op kerkhof Parochiekerk St. Lambertus
In de kerk bevindt zich een orgel uit 1868 van de orgelbouwer François Bernard Loret (1808-1877) waarvan de orgelkas versierd is door Cornelis van Opstal met op de twee hoeken de beelden van Paus Gregorius de Grote en van Bisschop Ambrosius. In de loop der jaren zijn aanpassingen en restauraties gedaan, waarbij in 2010 het orgel naar de meer oorspronkelijke situatie gerestaureerd is door Verschueren Orgelbouw. Verder is de kerk is omringd door een oude begraafplaats met een nog intacte 18e eeuwse muur. Op het kerkhof is in 1887 een Calvarieberg. Op een met klimop begroeide kunstmatige heuvel staat de beeldengroep, bestaande uit de gekruisigde Christus, Johannes en Maria. De heuvel bevat een met baksteen ommetselde grot waarin een Piëta en heeft een smeedijzeren hek voor de ingang. Aan weerskanten bevindt zich een wit beeld van een beschermengel. Deze Calvarieberg heeft kunsthistorisch belang als voorbeeld van het werk van de kerkelijke kunstindustrie in 19e eeuw. Het is gaaf bewaard gebleven.

Bij de parkeerplaats van de St. Lambertuskerk staat een informatiebord als startpunt van het wandelroutenetwerk in de regio Eersel met daarop de wandelknooppunten. Voor onze dagwandeling kiezen we op dit punt eerst onze eigen richting en vervolgen de wandeling op de Servatiusstraat. Op de T-splitsing houden we rechts aan en komen op de Katerstraat. Hier gaat de route naar rechts en bereiken na goed 500 meter de Grootakker, de doorgaande weg van Vessem naar Duizel. Deze weg steken we naar rechts over en kiezen dan voor het asfalt naar links over de Korstbroeken, een afwisselend landschap met stukken bos en open veld in het beekdal van de Kleine Beerze, een coulisselandschap waar kleinere natuurgebieden hun natuurlijk karakter terugkrijgen en natte dotterbloemgraslanden en drogere graslanden elkaar afwisselen met beekdalbos, ruigten en moeras. Het is mogelijk om hier direct langs de oever van de Kleine Beerze te wandelen, die in een natuurlijke bedding is teruggebracht. Een draaihekje aan onze rechterzijde dat we passeren geeft toegang en we volgen de groengele markering naar het voetpad op de oever van de Kleine Beerze.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Beekdal de Kleine Beerze - 'De Bemiddelaars" (2010), kunstwerk van Huub de Kort
Nu meandert de Kleine Beerze weer door het landschap en is er een meer natuurlijk en evenwichtiger watersysteem ontstaan. De stuwen zijn verwijderd en de verschillende vissoorten kunnen zich weer makkelijker verplaatsen in het beeksysteem, waardoor er een gezonde vispopulatie is ontstaan. De broekbossen, houtwallen en paddepoelen zorgen daarbij voor een ecologische verbindingszone en voor de wandelaar is er een verrassend wandelpad gecreëerd met bankjes, bruggen en infopanelen. Het pelgrimspad naar Santiago de Compostella verloopt ook op de oever van de Kleine Beerze als Via Monastica vanuit ’s Hertogenbosch langs de abdijen van Postel, Tongerlo, Averbode, Heylissem, Florette en Leffe naar het in Noord-Frankrijk gelegen Givet.

Langs padenpoelen en over bruggetjes wandelen we zuidwaarts richting. In een van die paddepoelen zien we een kunstwerk “de bemiddelaars´ van Huub de Kort uit Bladel. Het bestaat uit twee grote bijlen van cortenstaal, die de vondst van tien puntgave bijlen uit de Bronstijd zichtbaar en beleefbaar maakt en is hier geplaatst op 17 juli 20010. Bij de werkzaamheden van het beekherstelproject zijn in 2008 door archeologen tijdens een onderzoek in de bedding van het archeologisch zeer gevoelige beekdal van de Kleine Beerze tien bronzen hielbijlen gevonden. Het komt vrijwel nooit voor dat zoveel bijlen samen worden aangetroffen. Ze lagen binnen een oppervlak van ongeveer één vierkante meter. Hoewel het in alle tien de gevallen gaat om hetzelfde type bijl, zijn ze allen uit verschillende mallen gegoten. Deskundigen menen dat deze bijlen daar ooit bewust zijn neergelegd, ofwel als een geschenk voor een overledene om mee te nemen naar het hiernamaals, ofwel als een offer aan een godheid. In ieder geval zijn de bijlen nooit daadwerkelijk gebruikt. Dan zouden ze allerlei gebruikssporen moeten laten zien en die ontbreken. De bijlen dateren uit de Midden-Bronstijd ongeveer 1500 vóór Christus en zijn waarschijnlijk geïmporteerd uit Engeland of Oost-Europa.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Hoogeloon - De Kleine Beerze aan de Hoogcasterseweg
Aangekomen op de Hoogcasterseweg, steken we deze bij wandelknooppunt 41 over en vervolgen de route op de oostelijke oever van de Kleine Beerze. Op de andere oever in de richting van Hoogeloon grenst meteen aan het beekdal van de Kleine Beerze het Koebosch, een oud loofbos dat er al in de 16 eeuw ligt, ongeveer 13 hectare groot. De afgelopen 150 jaren is er weinig veranderd en het overgrote deel van het bos bestaat uit eiken. Daarnaast staan er berken, elzen, essen, haagbeuken en zoete kers. Onder de oude, dikke eiken komt een rijke onderbegroeiing van hazelaar, lijsterbes, inlandse vogelkers en krent. Op de wal staan drie soorten zeer oude beuk. Op de onverstoorde bosbodem vinden we bijzondere plantensoorten, zoals de varensoort dubbelloof, dalkruid en kamperfoelie. De grove dennen in het Koebosch aan de rechterzijde van de Hoogcasterseweg zijn de oudste dennen van het Bladels bosbezit en zijn naar schatting uit het jaar 1850. Aan het Koebosch grenst de Kabouterberg, een vrij hoge grafheuvel en volgens de legende het hoofdkwartier van de Kempische kabouters, die geleid worden door Kabouterkoning Kyrie. Deze heeft als standbeeld een plekje gekregen in het centrum van Hoogeloon.

We lopen door langs de steeds smaller wordende waterloop van de Kleine Beerze en steken daarbij het asfalt van de Heuvel over tot we wandelknoopunt 75 bereiken aan de Aard. Hier vinden we een infobord dat informatie geeft over het belang van de Kleine Beerze als ecologische verbindingszone tussen de natuurgebieden Cartierheide in Eersel en Spekdonken in Middelbeers als leefgebied voor zeldzame planten en dieren, zoals kleine vuurvlinder, hermelijn. Geelgors, vinpootsalemander, maar ook naaldwaterbies, borstelbies, waterpostelein en waterlepeltje. Verder de loop van de Kleine Beerze volgend komen we aan het asfalt van de Weege, waar we oversteken en op de westelijke oever het zandpad nemen naast de Kleine Beerze tot we de duidelijk in het landschap aanwezige hoogspanningskabel in het gebied Mosik bereiken. Hier is een eenvoudig stalen brug over de Kleine Beerze en we volgen de geel-groene markering van het wandelroutenetwerk over het water. Om het bosje heen gaat de route naar links tot we in de bebouwing van het buurtschap Hoek aankomen.

In dit gebied tussen Mosik en het buurtschap Hoek is in de nacht van 11 april op 12 april 1944 de Armstrong Whitworth Lancaster Mk I LL784 van het 619 Squadron RAF gecrasht. Het toestel met een 7-koppige bemanning bestaande uit: piloot en Squadron Leader John William Eunson Duncan McGilvray, Sgt. Ivor Ronald Frank Haberfield, Sgt. Raymond Hillier, W/O Alexander Armstrong Munro, P/O John Leonard Pritchard, F/O Alfred Kenneth Baker en F/O Ernest Drake is op de terugvlucht van een raid vanuit het Engelse Conigsby op de Duitse stad Aken en wordt boven Duizel waarschijnlijk neergehaald door het Duitse jachtvliegtuig, een Messerschmitt Bf 110, van Feldwebel Lorenz Gerstmayr van het 4./NJG 3. Alleen F/O Alfred Kenneth Baker en F/O Ernest Drake overleven met hun parachute de crash en worden door het Belgische verzet verborgen en in veiligheid gebracht naar Brussel. Hier worden ze verraden en door de Geheime Feldpolizei gearresteerd. F/O Ernest Drake wordt eerst gevangen gezet in de gevangenis St. Gilles en later als krijgsgevangene overgebracht naar Stalag Luft III in het Poolse Sagan. De gewonde F/O Alfred Kenneth Baker blijft als krijgsgevangene achter in het ziekenhuis. Hun 5 verongelukte kameraden worden op 14 april 1944 begraven in Eindhoven, waar ze een laatste rustplaats hebben gekregen op de Oorlogsbegraafplaats van het Gemenebest Eindhoven-Woensel.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Duizel - Plaquette ter nagedachtenis aan de gevallenen in WOII in de Mariakapel
In het buurtschap Hoek gaat de wandeling eerst links en dan rechts passeren we de Liana Hoeve, een authentieke ontginningsboerderij uit 1924. Zo komen we op de doorgaande weg van Vessem naar Duizel. De route gaat naar rechts tot op de T-splitsing bij het Mariakapelletje. Deze markante zevenhoekige in bakstenen opgetrokken kapel naar een ontwerp van de Veghelse Architect Pierre Tooten ligt op een driehoekig pleintje omgeven met eiken en is in 1950 gebouwd op initiatief van Pastoor Van der Horst uit dankbaarheid voor het feit dat Duizel in de WOII gespaard is gebleven voor oorlogsgeweld. In de kapel vinden we een houten Mariabeeld met kind en er hangt een plaquette die de oorlogsslachtoffers herdenkt, die zijn omgekomen in Duizel. Zo lezen we er de namen van de omgekomen 5 bemanningsleden van de gecrashte Armstrong Whitworth Lancaster Mk I LL784 van het RAF 619 Squadron en de 31 geallieerde militairen die gestorven zijn in het noodhospitaal in Duizel in de periode van 18 september tot 3 oktober 1944 tijdens de geallieerde opmars van Operation Market Garden. Tevens worden er drie Nederlanders herdacht die hun leven gegeven hebben in WOII en in Duizel begraven liggen.

Het Mariakapelletje staat op de plek waar eeuwen geleden de kern van de nederzetting Duizel is. Het zijn de Germanen, die in hun dorp een plein in de vorm van een driehoek aanleggen en waarvan de vorm nu nog ten dele zichtbaar is. In het midden van zo’n plein ligt dan een vijver, bestemd voor het drenken van het vee en er zijn bomen aangeplant. Het plein is gemeenschappelijk bezit en bestemd als speelterrein voor de kinderen en als avondlijke verzamelplaats van de mannen om te buurten en verhalen te vertellen. Ook wordt de plek gebruikt om feestelijke gebeurtenissen te vieren en om recht te spreken. Daarnaast wordt dit gebied aan de Groenstraat in 1337 als Dusele vermeld, wat later Duizel gaat heten. Het is ook de historische plek waar in de Middeleeuwen rond 1460 de burcht gestaan heeft van Ridder Hendrik van Eyck. Omstreeks 1900 bestaat van dit kasteel nog een witgepleisterd oud huis, maar de grachten zijn door de toenmalige bewoner, Jacobus van Dooren, gedempt en het oude huis is later verdwenen.

We vervolgen onze wandeling naar rechts door de Groenstraat tot we aan het Smitseind bij de Sint Jan Geboortekerk komen. Deze in bakstenen opgetrokken parochiekerk is ontworpen door de uit Oss afkomstige Architect Hendrik Vorstermans en ingewijd in 1925. Het is een kruiskerk met traptoren en vieringtorentje. In het interieur bevindt zich een doopvont uit 1741 en een 17e eeuwse kaarsenkroon, die beide uit de oude kerk afkomstig zijn, die in 1927 is afgebroken en waarvan alleen de oude toren behouden is gebleven. Het is een bakstenen toren uit de 2e helft van de 15e eeuw, met haakse steunberen versierd met spaarnissen die zowel ronde als spitse bogen kennen. Dit betekent dat het patronaatsrecht van de parochie vanouds toebehoord heeft aan het Bartolomeüskapittel te Luik en aan het einde van de 17e eeuw aan de Abdij van Tongerlo toekomt. Van 1648 tot 1827 wordt de parochie bediend door de Abdij van Postel. De kerk gaat in 1648 na de Tachtig jarige Oorlog bij de Vrede van Münster (1648) over in Protestantse handen, maar enige tijd daarna betrekken de Katholieken een schuurkerk aan de Groenstraat. In 1798 krijgen ze hun kerk weer terug, maar in 1800 stort een deel van de toren op de kerk die zodanig vernield wordt, dat de Katholieken tot 1822 weer van hun schuurkerk gebruik moeten maken.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Duizel - Smidseind met bronzen beeld "Goei Moeder"van kunstenares Marja van Riel (1997)
Naast de Sint Jan Geboortekerk staat aan het einde van de Groenstraat de voormalige pastorie, Huis “De Veste”, ooit een omgracht huis met stenen hekpalen en met muurankers uit 1754 in opdracht van de Abdij van Postel is gebouwd voor de huisvesting van dorpspastoors. In 1871 heeft er een verbouwing plaatsgevonden. Binnen zijn er enige schoorsteenmantels, plafonds en luiken uit de bouwtijd, in Lodewijk XVI stijl, bewaard gebleven. Aan de andere zijde op het Smidseind zien we het robuuste bronzen beeld “Goei Moeder”, door de Duizelse kunstenares Marja van Riel gemaakt en geschonken door de Agio sigarenfabrieken in 1997. Aangekomen op de T-splitsing slaan we linksaf de Meerstraat in en vervolgen onze route in oostelijke richting. Hierbij passeren we een imposant hekwerk waarachter het uitgestrekte landgoed met villa "Duizelhof" schuil gaat. In 1863 wordt hier een Neo-Classicistisch jachthuis gebouwd, dat nu niet meer bestaat. Het wordt dan bewoond door een zekere uit België afkomstige Victor A.M. van de Schriek (1826-1871), die zich gaarne "Baron" liet noemen. Deze excentrieke persoonlijkheid leidt een verkwistend bestaan en moet daarom in 1866 zijn bezit verkopen. In 1873 wordt het jachthuis aangekocht door een echte baron, namelijk Emile de Cartier de Marchienne, die het ernaast gelegen Duizels Hof al in 1863 heeft aangekocht en in 1882 overlijdt. De Cartierheide, die zijn jachtterrein ook is, herinnert nog aan de naam. Tot kort voor de oorlog in 1938 is het eigendom van zijn zoon Emile de Cartier de Marchienne (1871-1946), Belgisch ambassadeur te Londen, maar verkoopt het dan aan een zekere heer Wolters uit Valkenswaard. Niet lang na 1948 wordt het jachthuis gesloopt om plaats te maken voor de huidige villa "Duizelhof".

We nemen de route vanaf de Meerstraat naar rechts langs villa “Duizelhof”en komen aan het viaduct over de A67. Onder het viaduct door wandelen we meteen naar links om dan naar rechts door te steken via de Hertstraat naar het Hint. Hier komen we in de bebouwde kom van Eersel en bereiken even verderop het centrum van Eersel, de Markt. De Markt van Eersel is het kloppend hart van Eersel, ook wel 'de Parel van de Kempen' genoemd. Het dorp heeft een aantal historische gebouwen en monumentale boerderijen en wordt omgeven door een landelijk gebied. Eersel behoort samen met Steensel, Reusel, Hulsel, Duizel, Knegsel, Netersel en WinteIre tot de “Acht Zaligheden”. De naam van alle acht dorpen eindigt op (s)el. De bijnaam "Acht Zaligheden" zouden de dorpen te danken hebben aan de Nederlandse militairen die hier in de jaren 1830 tijdens de Belgische Opstand langs de grens zijn gelegerd. Ze vinden het er maar een armoedige troep. Ironisch denigrerend spreken zij over de Acht Zaligheden en die term leeft tot op de dag van vandaag als geuzennaam voort. Intussen is de onzalige armoede van de 19e eeuw veranderd is een welvaart met onzalige gevolgen voor het landschap en dorpsgezicht.

Eersel wordt voor het eerst vermeld in de annalen omstreeks 712 als Erslo. In dat jaar wordt het door Engelbert, telg uit een adellijk Frankisch geslacht, geschonken aan St. Willibrordus, die het vermaakt aan de Abdij van Echternach. In de Middeleeuwen komen handel en nijverheid op, doordat Eersel op een kruispunt van wegen ligt, te weten Leuven - Den Bosch en Antwerpen -Turnhout -Rijnland. Karakteristiek voor het dorp is dan ook de Markt in hartje Eersel, aangelegd ten diensten van dit handelsverkeer, dat op de eerste plaats behoefte heeft aan een ruim plein, dat als parkeerplaats kan dienen voor de karren. De gebouwen op de markt zijn in gebruik als cafeetjes, herbergen, logementen en winkels. Maar ook de hoefsmid en de brouwer oefenen er eveneens hun bedrijf uit en achter de Markt is een grote stal voor de paarden van de kooplui. In 1967 wordt de oude kern van het dorp tot beschermd dorpsgezicht verklaard en in 1994 is de Markt van Eersel door de provincie Noord-Brabant uitgeroepen tot mooist bewaard gebleven dorpsplein van Brabant.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Eersel - Beeld "de Pronte vrouw" van Guus Helgers op de Markt
Op dit marktplein, omzoomd door statige bomen, vinden we verschillende historische panden. Aan de noordzijde bij wandelknooppunt 35 passeren we allereerst de kapel van Onze Lieve Vrouw, die uit 1464 stamt. Het is een eenbeukig gebouw met houten torentje op het dak. Zij heeft van 1629 tot 1957 dienst gedaan als gemeentehuis. Hierna wordt de kapel aan de kerkelijke overheid teruggeschonken en als Mariakapel in ere hersteld. In het kerkje stond een antiek Mariabeeld dat in 1975 helaas is gestolen. Het huidige beeld is een kopie, vervaardigd door broeder Harry Boelaars. Ervoor staat het beeld “Menneke Content” dat uitkijkt over het marktplein. Het is een typisch voorbeeld van "ene echte Kempische mens" met pet en uitpuilende zakken gevuld met tabak. Het is een sculptuur van Richard Bertels. Verderop voor een van die oude panden, waar de plaatselijke VVV haar onderkomen heeft, staat het beeldje van “de Pronte vrouw”, gemaakt door Guus Helgers. De kunstenaar heeft op een marktdag goed gekeken naar diverse vrouwen uit de streek, wonend op het Brabantse zand, die met wijsheid haar gezin bestiert en met harde hand op de beurs de schamele opbrengsten beheert. Dankzij haar is haar man een contente mens, “Menneke Content” staat als tegenpool aan de noordzijde van de Markt.

Over de Markt gaat de route in zuidelijke richting en komen we langs het Nederlands Hervormd kerkje, gebouwd in 1812, zoals vermeld op de gevelsteen in de westgevel en herbouwd in 1861. Het is een eenvoudige bakstenen zaalkerk in plattegrond een langwerpig achtkant en aan de noord- en de zuidzijde driezijdig gesloten met een torentje op het dak. De kerk bezit een 18e eeuwse eiken preekstoel met zandloperhouder en koperen lezenaar. De eikenhouten klokkenstoel, stamt uit 1813 en heeft een klok van een anonieme gieter van ongeveer 1812-1830. Verderop gaat de Markt over in de Oude Postelseweg, die we verderop verlaten als we naar links de Voortseweg nemen. We laten de bebouwing van Eersel achter ons en komen in een open landschap nog steeds het asfalt volgend. We komen nu in het beekdal van de Run, die bij Weebosch vlakbij de Belgische grens ontspringt en zo'n 20 km verder bij Veldhoven in de Dommel stroomt. Vanaf 1900 is de Run rechtgetrokken en verruimd en zijn veel oorspronkelijke meanders verdwenen. Het streven is om de oude situatie weer terug te brengen. De weg verandert enkele keren van naam: Heibloem wordt Voort en dan Eerdbrand, We steken de Run opnieuw over. Hier ligt oostwaarts ook het gebied waar op 20 september 1944 rond 14.45 uur een Short Stirling IV bommenwerper van het RAF 196 Squadron, 38 Group Squadron is neergestort.

De bemanning bestaat uit piloot W/O George. R. Oliver, bommenrichter James Dates, radiotelegrafist Les Steel, boordwerktuigkundige Dennis Royston, en de Canadese staartschutter George Gelinas. De Short Stirling IV maakt in het kader van Operatie Market Garden een bevoorradingsvlucht met aan boord 21 containers in het bommenruim en twee zogenaamde “panniers” (manden of korven). Aan boord zijn ook twee Army Dispatchers, die ervoor moeten zorgen dat de manden op de goede tijd en de goede plaats gedropt worden. In de daling richting de droppingzone is het toestel geraakt door Duits luchtafweergeschut, waarbij de linkervleugel in brand vliegt. Terwijl de piloot probeert het toestel in bedwang te houden, neemt de bemanning zijn crashposities in. Als de brandende vleugel afbreekt, kan het vliegtuig een buiklanding maken er raakt niemand van de bemanning gewond en verlaat iedereen het wrak. Ze bestuiten dekking te zoeken in de bosrand, een eind verderop. Maar gelukkig komen er al geallieerde troepen aanrennen om hen daarvan te weerhouden, want het bos zit vol Duitsers, opgejaagd door de Britse grondtroepen net een half uur daarvoor. Via Diest en Brussel bereikt de bemanning uiteindelijk weer hun Britse thuisbasis Keevil.

Als we de tweede keer over de Run komen, maakt de weg een bocht naar links en dan naar rechts langs een boerderij. Aangekomen bij wandelknooppunt 9 verlaten we het asfalt en wandelen naar links het gebied in dat aangegeven staat als de Bergerheide. Oorspronkelijk uitgestrekt woeste grond waar een groot aantal grafheuvels uit de Bronstijd zijn gevonden. Het is de zonderlinge dorpsschoolmeester en amateur-archeoloog Petrus Norbertus Panken (1819 - 1904) die in 1839 belangstelling toont voor de vele grafheuvels op de Bergerheide en er meerdere urnen vindt, die menselijke crematieresten bevatten. Al in 1835 heeft Jonkheer Pieter de la Court een heuvel laten afgraven en er een urn in gevonden. Petrus Norbertus Panken documenteert zijn waarnemingen zorgvuldig, maar vele urnen overleven de opgravingen niet. Hij kan zo als pionier worden beschouwd, die een grote bijdrage geleverd aan de Heemkunde van de Kempen. Bij de bosrand leidt de groen-gele markering ons naar rechts. Voorbij wandelknooppunt 49 komen we aan in het oude buurtschap Hooge Berkt, dat wordt gekenmerkt door de karakteristieke historische bebouwing met grote en diepe achterpercelen. We slaan linksaf en bereiken dan de bebouwing van Bergeijk. Na een bocht naar rechts op de T-splitsing gaat de route naar links de Nieuwstraat in, die we helemaal uitlopen tot we uitkomen op Hof, het centrale plein in het centrum van Bergeijk. De oudste benaming voor Bergeijk is “Echa” (1137), dat later verbastert tot Eik of Eikelberge en in de 16e eeuw Bergeijk wordt. Men neemt aan dat de naam voortkomt uit de verering van een eik op een heuvel, een boomheiligdom.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Bergeijk - Bushokje van Gerrit Rietveld (1964)
Het gebied rond Bergeijk is al sinds de steentijd bewoond blijkend de vele archeologische vondsten. Uit de urnenveldencultuur resteren tal van grafheuvels zoals op de Bergerheide. De oudste vermelding van het dorp is uit 1137, als de plaatsnaam voorkomt in de goederenlijst van de Abdij Sint Jacobs de Mindere in Luik. Niet alleen deze abdij, maar ook de Kerk van Thorn heeft invloed in de Heerlijkheid Bergeijk, die later onder de Hertog van Brabant komt. In 1331 verleent hertog Jan III van Brabant gemeenterechten aan de inwoners van Bergeijk, wat inhoudt dat zij van de omliggende woeste gronden gebruik kunnen maken. Dit recht wordt in 1544 bevestigd door keizer Karel V. In 1468 verleent Karel de Stoute aan Bergeijk het recht om een eigen schepenbank te benoemen. Ten zuidoosten van Hof heeft in de buurtschap Lijnt een kasteel gelegen waar het Middeleeuwse geslacht Bacx gewoond heeft. In 1587 wordt dit kasteel verwoest als gevolg van de Tachtigjarige Oorlog, maar de ruïne is nog tot in de 19e eeuw zichtbaar. Als Filips II geld nodig heeft, geeft hij in 1626 de Heerlijkheid Bergeijk uit. Het is Gerard van Broeckhoven, een schepen uit 's-Hertogenbosch, die de eerste Heer wordt en als in 1658 de verpanding is afgelost, wordt Bergeijk een Statendorp, waar de Staten Generaal der Nederlanden rechtstreeks het gezag heeft. Na de Vrede van Münster in 1648 wordt de uitoefening van de Katholieke godsdienst verboden en moeten de Katholieken hun toevlucht nemen tot een grenskerkje op de heide van Luyksgestel, dat niet tot de Republiek behoort. Een Hervormde predikant maakt gebruik van de katholieke kerk, de huidige Sint Petruskerk, gelegen op de plek waar omstreeks het jaar 1000 al een houten kerkje gestaan heeft, dat later door een tufstenen Romaans kerkje is vervangen, waarna de huidige kerk is gebouwd. De Katholieken krijgen in 1798 hun kerk weer terug en in 1812 bouwen de Protestanten een eigen kerk.

Hof verlaten we aan de noordzijde en gaan rechtsaf langs het woonzorgcentrum RSZK 't Hofhuys en de ervoor gelegen Wilhelminabank, een eenvoudige bakstenen bank met houten zitelement en het opschrift: Wilhelmina, Koningin, 1898-1948. We krijgen zicht op de aan de overzijde van de straat gelegen Rietveld Abri. Niet zomaar een bushalte, maar een van de grote meester, de architect en meubelontwerper Gerrit Rietveld (1888-1964)! En het lijkt wel een echte bus. Opvallend zijn de primaire kleuren en de manier waarop Gerrit Rietveld daarmee werkt: vensters, verdeeld in vlakken met rood en geel glas. Ook de blauw geglazuurde stenen horen bij Rietvelds werkwijze. De route vervolgend zien we aan onze rechterzijde het Protestanten kerkje, een fraaie Waterstaatskerk uit 1812, ook wel Napoleonskerk genoemd, omdat de toenmalige Koning Lodewijk Napoleon de Hervormde gemeenschap, die na 150 jaar staatsgodsdienst in 1798 op straat is gezet, het recht geeft op een ander Godshuis. Hier staat ook nog grote Notarishuis van 1804 en de oude domineeswoning ‘Beukenhof’ op het grote perceel met de mooie bomen.

Dat Bergeijk beroemd is als Rietvelddorp zien we, als we aankomen bij in het Mien Ruys plantsoentje met een klok op een zuil, die ook ontworpen is door Gerrit Rietveld. En wanneer we hier naar links de Riethovensedijk inlopen komen we aan het Ploegpark, ontworpen door de landschapsarchitecte Mien Ruys (1904-1999) met zeer bijzondere bomen, zoals de Chinese Mammoetboom, een Sequoia. Dit park omringt het fabrieksgebouw van Weverij De Ploeg met de kenmerken in maatgeving en kleur van de architect Gerrit Rietveld. Aan de westzijde zien we de schuin geplaatste gevels met de sheddaken van de in 1958 in gebruik genomen fabriek. Een gebouw met veel glas, wat belangrijk is voor het beoordelen van kleur van de te weven Ploegstoffen, maar wat ook voor de werknemers een gevoel geeft van buiten werken in een parkachtige omgeving. De fabriek wordt in 2007 gesloten en het gebouw is nu Rijksmonument beheerd door de Stichting Rietveld & Ruys, die uiteenlopende activiteiten organiseert, zoals exposities, rondleidingen, concerten, lezingen, films en het mogelijk maakt voor kunstenaars om te werken en te exposeren.

Voor het Ploegpark gaat onze route naar rechts de Bucht in de groengele markering van het wandelnetwerk volgend en wandelen we langs de noordelijke bebouwing van Bergeijk. We passeren wandelknooppunt 57 en steken dan de drukke Buchtdwarsstraat over. Nu komen we op een zandpad langs de bosrand en vervolgen de Keulsebaan in de richting van Westerhoven. Via de Ekkerweg komen we op de drukke Heijerstraat, waar we naar links afslaan om voorbij de voormalige Stoomzuivelfabriek St. Isidorus door de Dorpstraat het centrum van Westerhoven te bereiken, waar onze dagetappe eindigt.

Aansluitend traject
Westerhoven - Borkel en Schaft - Achel - Lozen 22 km

Deze wandeling is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Maar ten aanzien van wijzigingen of onvolledigheden in de tekst kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard.

Charles Aerssens

KAARTEN

- TopoKaart 1:25.000, 57A Reusel
- TopoKaart 1:25.000, 57B Bergeijk
- TopoKaart 1:25 000, 51C Hoogeloon

GIDSEN:

- Peerke Pad – Van Wittem naar Tilburg, Pelgrimstocht van een heilige naar een zalige, ISBN 978460-320040, € 14,95





Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 29-01-2014 door C.P.J. Aerssens