HET KASTEEL VAN LOON OP ZAND

[IMAGE]
Een van de fraaiste overgebleven kastelen in midden Brabant bevindt zich te Loon op Zand. Oorspronkelijk waren er in Loon op Zand twee versterkte gebouwen. Het best is dit nog waar te nemen wanneer we Loon op Zand naderen over de oude provinciale weg vanuit de richting Tilburg. Vlak voordat je slalommend de weg volgend om de slotgracht gaat, zie je aan de linkerzijde een wit pittoresk gebouwtje. Dit bouwwerkje is het restant van het vooruitgeschoven verdedigingswerk 'Commer', dat bij het kasteel Loon op Zand behoorde.

Aan de rechterzijde van de provinciale weg bevond zich het kasteel Loon op Zand, dat veel grootser van opzet was dan het 'Witte Kasteel' dat er nu staat. Half verscholen achter rijen groene lindebomen, staat het witte gebouw op een paradijselijk plekje. Zodra je voorbij het hek aan de ingang bent, waan je je eeuwen terug in de tijd en stap je in de wereld van ridders te paard en jonkvrouwen met torenhoge pruiken.

De huidige eigenaar van het kasteel kocht het in 1984 met een ideologische doelstelling; hij wilde het landgoed in de staat houden zoals het was. Het gebouw is dan ook in gebruik als antiek- en oude kunsttoonzaal. Naast de oude meubelen in het gebouw, is het contrast groot met de vele moderne kunstwerken die er staan. Juist de combinatie van het oude en het nieuwe zorgt voor een aparte uitstraling van het kasteel. Het Witte Kasteel is omgeven met de voor Brabant zo karakteristieke lindebomen. In de tuinen rondom het kasteel heerst een enorme rust en zingen de vogels. De gracht om het gebouw loopt helemaal door om de tuin heen. Ook hier staan op de meest onverwachte plekken kunstwerken. Ook een tuin kan dus als monument worden gezien. De hoveniers houden vooral de hagen bij, want die vormen een belangrijk onderdeel van de tuin. Zo kregen ook de statige bomen rondom het kasteel onlangs een grondige opknapbeurt. Er zijn vier tuinen, de Engelse, Franse, gazonne- en bostuin. Het landgoed is, zoals het nu is, vier hectare groot. In het begin liep dat van Udenhout tot Dongen en van Tilburg tot Waalwijk.

Via een brug over de gracht, die er al vanaf het eerste begin ligt, kom je in het kasteel. Het gebouw bestaat uit twaalf vertekken, een zolder en een kelder. De kelder is het oudste gedeelte. Het bestaat uit een kruising van twee gewelven. Dit is vrij uniek en wordt een kardinaalsmuts genoemd; als je naar boven kijkt, zie je dat het gewelf een beetje de vorm heeft van de mijter van Sinterklaas.

Het kasteel dateert uit 1387. Toen was er in ieder geval voor het eerst sprake van in een akte. Het behoorde toen aan Hertogin Johanna van Brabant. In de akte staat dat er "een huis moest worden getimmerd in Lone". Dat lag waar nu de Loonse duinen liggen. Door de bedreigingen van zandverstuivingen moest Lone verhuizen. Eerst werd er een kerk gebouwd en daar omheen ontstond "Loon op het Zand". Het ''getimmerde huis'' bestond uit een eenvoudige bakstenen woontoren van ongeveer 11 bij 13 meter en met muren van twee meter dik. Het gebouw was bedoeld als vluchtplaats voor de mensen uit de omgeving. Bij gevaar kon men hier terecht en de dikke muren waren het enige middel ter verdediging.

Het kasteel werd begin veertiende eeuw verwoest. De edelman Pauwels van Haestrecht bewoonde in die periode het kasteel. Van Haestrecht kennen we nog uit ons verhaal over de turfvaart en het verplaatsen van Venloon. In de tweede helft van de veertiende eeuw raakte Pauwels, net als Jan van Drongelen in Meeuwen, betrokken bij de twisten van edelen in die tijd, de Hoekse en Kabeljauwse twisten. In de strijd tussen onder meer Holland en Brabant koos Pauwels van Haestrecht partij voor de graaf van Holland.

De edelen, die niet de kant van Holland hadden gekozen, zagen hun bezittingen met name door Pauwels leger verwoest. Zij riepen hierop de hulp in van het machtige leger van het hertogdom Brabant. Wilde Brabant een plaats van belang blijven innemen dan diende het de haar trouw gebleven edelen te wreken.

In het jaar 1400 werd daarop een Brabants leger naar Venloon gezonden me de opdracht het kasteel van Pauwels te slechten. In tegenstelling zich slechts te beperken tot de verdediging van het versterkte kasteel koos Van Haestrecht er voor ook het zwakkere verdedigingswerk Commer te bemannen en daar zelf stelling te nemen. Op deze wijze heeft hij als edelman in een riddertijd wellicht getracht de aandacht van het aanvallende Brabantse leger op zich te vestigen en daarmee zijn vrouw en zoon die in het kasteel waren achtergebleven te vrijwaren.

Het kasteel doorstond een belegering, maar het verdedigingswerk Commer werd ingenomen en vernietigd. Pauwels van Haestrechts vrouw bleef als weduwe achter. Voor het kasteel vormde de belegering niet haar laatste succesvolle wapenfeit. In het laatste kwart van de zestiende eeuw, gedurende de Tachtigjarige Oorlog, werd het kasteel tot twee maal toe belegerd en kon ook toen niet worden ingenomen. In de eeuw die volgde kwam het kasteel nauwelijks nog in de krijgsgeschiedenis voor. Diverse adellijke en vooraanstaande families bewoonden het kasteel.

In de 15e en 16e eeuw werd het kasteel enorm uitgebreid. Er kwamen veel bijgebouwen, zoals een onderkomen voor soldaten, een bakkerij en een smederij. Een kasteel was in die tijd een dorpje op zich. Tijdens deze eeuwen werd het kasteel door beroemde figuren bezocht. Zonnekoning Lodewijk XIV logeerde er enige tijd, tijdens de krijgstocht in 1672, het rampjaar, tegen de Republiek der Zeven Verenigde Provinciën. Ook Napoleon bezocht tijdens de Franse overheersing het Witte Kasteel.

In de zestiende en zeventiende eeuw werden een aantal vleugels aan het kasteel gebouwd. In 1777 trof het noodlot het kasteel Loon op Zand. Een ingrijpende verbouwing vond in dat jaar plaats, waarbij de eerder aangebouwde vleugels werden gesloopt evenals een monumentaal poortgebouw. Het oudste deel van het kasteel, een middeleeuwse donjon, bleef als enig resterende vleugel staan. In de middeleeuwen werd een donjon meestal vierkantig gebouwd met een hoogte van omstreeks dertig meter en diende als beste en laatste verdedigingsplaats.

Net als in vroeger tijden bleek de donjon van het kasteel in dat noodlotsjaar als laatste verdediglngsmiddel tegen, in dit geval, de verbouwingswoede van de toenmalige eigenaar bestand. Wel werd de donjon 'een kopje' kleiner gemaakt, de bovenverdieping werd verwijderd. Maar een groot deel werd opgenomen in het huidige in achttiende-eeuwse stijl opgetrokken landhuis, in de volksmond het Witte Kasteel genoemd. Na deze drastische verbouwing was de ingang van het kasteel van de west- naar de noordzijde verplaatst en de vensterindeling aangepast. Op het voorplein kwam een koetshuis en een woning voor het personeel. Ook werd toen de tuin aangelegd. Nu resten slechts dikke muren in de kelders die de herinnering dragen van het oude kasteel.

In 1850 kocht de familie Verheijen het kasteel. Ze waren eerst rentmeester van het landgoed geweest er dat was een zeer voorname functie. De laatse Verheijen op het kasteel, was Freule Emily. Voor de tweede wereldoorlog werkte zij voor de liefdadigheid als verpleegster in een ziekenhuis in Nijmegen. Ze werd daar verliefd op een zekere dokter Ten Horn, maar die had het te druk om oog voor haar te hebben. Het verhaal wil dat Emily toen een naald heeft ingeslikt en dat de dokter haar moest opereren om die er weer uit te halen. En daar, op de operatietafel zou hij dan voor haar gevallen zijn. Toen het kasteel tijdens de tweede wereldoorlog zwaar werd beschoten, moesten Freule Emily en haar dokter het gebouw weer in de oude staat laten herstellen.

[IMAGE]
Tot haar dood, in 1984, bleef Freule Emily Verheijen op het kasteel wonen. Sinds die tijd woont de huidige eigenaar er. Het onderhoud van het kasteel wordt voor een deel gedragen door monumentenzorg, maar de subsidies zijn lang niet toereikend.


Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 10-03-2001 door C.P.J. Aerssens