CIRCUIT JEANNE D'ARC DAG 2
Traject Vaucouleurs – Gondrecourt-le-Château 29 KM

© L.A.W.V.VIA-VIA
Vaucouleurs - Standbeeld Jeanne d'Arc

Vertrekpunt
Afstand
Korte karakteristiek











Vaucouleurs
Ongeveer 29 km.
Deze stevige en lange dagwandeling vormt de tweede etappe van het Circuit Jeanne d’Arc. We starten in Vaucouleurs vanwaar Jeanne d’Arc met Robert de Baudricourt naar Chinon vertrok om Dauphin Karel VII te steunen in de strijd tegen de Engelsen. We doen nogmaals Montigny-lès-Vaucouleurs aan en lopen vandaar naar Mauvages. Hier passeren we het Souterrain de Mauvages, de scheepvaarttunnel van het Canal de la Marne au Rhin. Opnieuw door bosrijk gebied en over uitgestekt en wijds akkerland met enkele rustieke boerendorpen. We bereiken het rivierdal van de Ornain en na 29 kilometer ons einddoel Gondrecourt-le-Château. De route is minimaal gemarkeerd en zo nu en dan laat die routemarkering te wensen over. Daarom kunnen we niet zonder routekaart IGN 1:50.000 Pays du Barrois waarop het Circuit Jeanne d’Arc is ingekleurd en de daarbij behorende topografische kaart IGN 3216E 1:25.000 Domremy-la-Pucelle en IGN 3216O 1:25.000 Gondrecourt-le-Château!!

ROUTEBESCHRIJVING

Vertrekken doen we uit Vaucouleurs. Het stadje met nog resten van de oude stadsmuren uit de 13e eeuw, ligt op de rechteroever van de Maas. We gaan op pad in het centrum van Vaucouleurs. Hier staat voor het Hôtel de Ville het imposante ruiterstandbeeld van Jeanne d ‘Arc. In het gemeentehuis vinden we een zestal beroemde wandtapijten uit Aubusson waarop belangrijke scènes uit het leven van Jeanne d’Arc staan afgebeeld en een opmerkelijk schilderij van Jacques Scherrer uit 1887, voorstellend het vertrek van Jeanne d’Arc uit Vaucouleurs. In één van de vleugels van het gemeentehuis is ook het Musée Jeanne d’Arc gevestigd. We nemen het smalle staatje rechts langs het Hôtel de Ville en klimmen naar het Château. Veel is er in Vaucouleurs niet meer te zien van de tijd van Jeanne d’Arc. Het belangrijkste is nog wel de Porte de France, de stadspoort waardoor ze met haar escorte richting koning vertrok. Deze Porte de France, in het westen van de stad, aan de voet van een van de stadstorens, geeft zowel toegang tot het kasteel als tot de stad. De huidige poort wordt in 1733-1734 gebouwd en rust op stadsmuur uit de 13e eeuw die een 3 meter dikke fundering heeft. De Porte de France staat sinds 8 augustus 1893 op de monumentenlijst.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Vaucouleurs - Porte de France
Op de plek van het kasteel, waar Jeanne d’Arc door Robert de Baudricourt is ontvangen, zijn opgravingen gedaan om de ruïnes, die door de vegetatie waren overwoekert, bloot te leggen. Hier heeft men ook een basiliek en een kerk in neogotische stijl opgetrokken. Van de enorme linde wordt beweerd dat deze uit de tijd van Jeanne d’Arc is. De kapel, gebouwd op de fundamenten van de oude kapel van het kasteel waarvan de primitieve crypte uit 13e eeuw behouden is gebleven, bestaat uit drie afzonderlijke kapellen. De middelste kapel met vier spitsbogen die op slechts één pijler rusten, bevat het beeld van de Notre Dame des Voûtes, een zittende madonna, waarvoor Jeanne tijdens haar verblijf in Vaucouleurs in gebed verzonk. Gezeten onder deze boom heb je een prachtig uitzicht op het stadje en de vallei van de Maas.

We verlaten Vaucouleurs in westelijke richting tot aan de bosrand,waar we linksaf slaan en langs een waterreservoir komen. We steken de drukke D960 over en komen in het gebied dat als Le Halosier op de topografische kaart staat. We zijn inmiddels flink geklommen en hebben het Bois Le Grand Bussy voor ons. Door het bos op hoogte blijvend gaat het zuidwestwaarts. Als het pad naar rechts afbuigt bereiken we na goed een kilometer Montigny-lès-Vaucouleurs. De route leidt ons niet direct door het gehucht, maar naar de zuidzijde. Hier komen we op het punt waar de eerste etappe Montigny-lès-Vaucouleurs binnenkomt. Meteen over het bruggetje van de Ruisseau Nicole gaan we op de T-splitsing naar rechts.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Montigny-lès-Vaucouleurs - Fontaine Jeanne d'Arc
Het onverharde pad klimt door een dalletje langs de steile bosrand van Fond Tenel rechts en het Forêt Domaniale de Montigny links. Na 2 kilometer bereiken we La Plaine des Fourneaux. Het landschap opent zich en op een hoogte van 366 meter krijgen we zicht op de D960. Daar moeten we heen! We volgen de onverharde weg. Op de doorgaande D960 gaat het één kilometer naar het westen. Op de kruising naar het buurtschap Toulon treffen we weer eens een routemarkering van het Circuit Jeanne d’Arc. De richting is duidelijk: naar Toulon. Hier laten we de bebouwing rechts liggen en een lange, brede zandweg brengt ons door golvend akkerland naar het noordwesten. Hier zien we aan de horizon het volgende dorpje op onze wandelroute: Mauvages. Dit dorp ligt aan het Canal de la Marne au Rhin en speelde een belangrijke rol bij de aanleg van dit kanaal. Als we door de Vallée d’Oriva afdalen, hebben we voortdurend zicht op het vervallen bouwwerk van wat eens een belangrijk spoorwegemplacement moet zijn geweest, waar de materialen voor de bouw van een ondergrondse waterweg werden aangevoerd. Die restanten vinden aan de oostzijde buiten het dorp.

Voor we nu Mauvages binnenlopen, komen we over de brug boven het Canal de la Marne au Rhin en zien hoe deze naar het westen in een tunnel verdwijnt. Het is de tweede langste scheepvaarttunnel van Frankrijk met een lengte van 4879 meter, bekend onder de naam Souterrain de Mauvages. Hierdoor loopt het Canal de la Marne au Rhin. Deze waterweg werd met mankracht aangelegd tussen 1841 en 1846 en vormt de verbinding tussen de Vallée de la Marne en de Vallée de la Meuse. Hierbij moet een hoogteverschil van 110 meter overbrugt worden door middel van sluizen. Nu zeer in trek als toeristische vaarroute. Toegang tot deze scheepvaarttunnel ligt even ten zuiden van het dorp en loopt naar Demange-aux-Eaux aan de Ornain. De boten worden met behulp van een elektrisch aangedreven sleepketting die over de bodem loopt door de tunnel getrokken en mogen geen gebruik maken van de motor i.v.m vrijkomende verbrandingsgassen. De doorsteek duurt anderhalf uur.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Mauvages - Fontaine Le Deo
Bij binnenkomst in het dorp staat links de kapel Notre Dame de Bonne Espérance, ook wel genoemd Ermitage da la Visitation, waar nog regelmatig de katholieke gemeenschap van het dorp samenkomt. Zij heeft alle woelige tijden doorstaan hier op de grens van de Barrois en van Champagne. In brand gestoken door een soldaten van Louis XIII werd zij in 1674 weer opgebouwd. We volgen naar links de D10 en staan dan plotsklaps bij het plaatselijk lavoir. Het is een naar klassiek Egyptische voorbeeld omstreeks 1830 gebouwde en in 1999 gerestaureerde fontein met wasplaats Le Déo. Markant is de Egyptische godheid, die vanuit 2 waterkruiken de fontein vult. Onder de triomfboog bevindt zich de overdekte wasplaats, waarin we de oorspronkelijke sokkel van de godheid vinden van voor de restauratie. Direct naast de Fontaine Le Déo ligt de Église St. Pantaléon. Deze dorpskerk heeft een Romaanse portaal dat stamt uit de 13e eeuw. Het schip is in de 16e eeuw aangepast, door brand verwoest, opnieuw herbouwd in het midden van de 17e eeuw en gerestaureerd aan het begin van de 19e eeuw en het dak nog recent. Tot het interieur behoren een retabel, een beeld O.L.Vrouw van Smarten (omstreeks 1630) en een muurschildering voorstellend Ecce Homo (1547).

© L.A.W.V.VIA-VIA

Over de D10 gaat het verder en in de bocht waar de doorgaande weg scherp naar links afbuigt, nemen we de onverharde weg rechtdoor. Hier ligt in de bocht een heus Château, waarvan één donjon direct aan de straat grenst. Le Sieur de Monteval liet het kasteel bouwen in 1696 en het gebouw ging over aan de familie van de Baron de Cholet vlak voor de Franse revolutie. Het bleef in hun bezit tot 1897. Tegenwoordig is het privébezit en men heeft het zo veel mogelijk in de oorspronkelijke staat gerestaureerd al ontbreken drie van de vier oorspronkelijke torens.

Even buiten Mauvages in westelijke richting ligt een oude lavoir met daarbij het informatiebord, waarop wandelroutes “in de voetsporen van Jeanne d’Arc” beschreven staan. Onze route voert hieraan voorbij en we laten Mauvages achter ons. De brede onverharde weg klimt langzaam in westelijke richting, eerst tussen de weilanden. Maar allengs wordt het dal smaller en loopt het pad dichter langs de Ruisseau du Large Pré en naderen we het bos. Voor ons onzichtbaar onder de grond passeren we het Souterrain de Mauvages met daarin verborgen het Canal de la Marne au Rhin. Een oplettend oog ziet links nog net in de bosrand een ontluchtingskoker. Bij het sompige weide gebied van Large Pré betreden we het bos om na een kilometer op het open gebied te komen van Cachon ‘Enson. Vanaf deze hoogvlakte dalen we af over een grof karrespoor naar het dorpje Delouze-Rosières.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Delouze-Rosières - Ancienne Lavoir
Midden in het dorpje stuiten we opnieuw op een oud lavoir. Je moet geluk hebben om te zien hoe hier nog op traditionele wijze aan de rand van het bassin nog gewassen wordt. Als je dan een vrouw wilt fotograferen bij haar werkzaamheden, stopt ze zeker en vertrekt. Ze beslist niet op de foto. Er rest dan nog slechts een praatje met haar, het plaatje moeten je zonder haar maken. Delouze-Rosières met zijn lintbebouwing laat zien dat er de laatste tijd aardig wat oorspronkelijke huizen zijn gerestaureerd en nu als tweede woning dienst doen. Op een van die panden prijkt een gekleurde gevelsteen met daarop het jaartal 1978 en Le Bontecou.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Abainville - Oude Spoorbrug
Net buiten het dorp steken we de drukke doorgaande weg van Houdelaincourt naar Vaucouleurs over en vervolgen onze dagmars over een smal asfaltweggetje dat achter het kerkhof doorloopt. Het asfalt gaat over in een onverhard pad. Met een ruime bocht naar links voert de route ons naar wat eens de oude spoorbaan van Mauvages naar Gondrecourt-le-Château was. We hebben hier een wijds uitzicht over het landschap in de richting van Abainville en Gondrecourt-le-Château. Aangekomen bij dit oude en vervallen spoortracé Steken we dit traject over en dalen naar rechtsaf tot de onverharde zandweg. Hier naar links de Vallée d´Houdelaincourt in. De eerste gelegenheid naar rechts en even verderop opnieuw naar rechts. Nu loopt de route goed 3 kilometer over de oude verbindingsweg van Gérauvilliers naar Abainville tot we aan de in het zicht van Abainville de hoge spoorbrug bereiken.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Abainville brug over het riviertje Ornain
Het asfalt brengt ons naar Abainville. Het dorp wordt voor het eerst in de annalen vermeld in 1151 als "Abunivilla". In 1318 behoorde deze heerlijkheid toe aan Gauthier de Briey die het overdeed aan de Comte de Bar, Edouard I. Aan het begin van de 19e eeuw zijn hier de belangrijk oude hoogovens en smederijen verdwenen. De Impressionistische schilder François Ignace Bonhommé (1809-1881) heeft dit zware werk in een aantal schilderijen vastgelegd. Nu vormt de steenhouwerij, opgericht in 1906, de voornaamste activiteit: grafzerken, aanrechtbladen, badkamers en trappen worden er gemaakt. Abainville is de geboorteplaats van Generaal Vivenot (1822-1894), actief in de Frans-Duitse Oorlog van 1870-1871.

We lopen dwars door het langs de kerk naar het bruggetje over de Ornain, hier nog een onooglijke stroompje. Hier stuiten we voor het eerst op de GR714, die we ook de derde etappe van het Circuit Jeanne d’Arc grote stukken zullen volgen. We lopen over het bruggetje tot aan de spoorlijn. Voor het spoortracé naar links en even verderop tweemaal het spoortraject kruisen, we moeten de oever van de Ornain volgen. Op de andere oever hebben we zicht op de oude industrie van Abainville en het voormalige Château in een parkachtige omgeving. Hier stuiten we opnieuw op de routemarkering van de GR714. Het pad volgend komen we in de buitenwijk van Gondrecourt-le-Château en volgen de doorgaande en drukke D966 naar het centrum van het stadje. Langs deze weg staat nog het welkom aan de Tour de France 2005: een kunstwerk van figuren op een racefiets in de verschillende tourtricots. Midden in het stadje zit deze wandeletappe erop!!

© L.A.W.V.VIA-VIA
Gondrecourt-le-Château - Kunstwerk Tour de France 2005
Het idyllische stadje Gondrecourt-le-Chateau ligt aan het riviertje de Ornain en heeft bijna 1400 inwoners en heeft vanaf het Neolithicum al bewoning. Gondrecourt-le-Chateau bezit, zoals de naam al aangeeft, een vesting die deel uitmaakte van het gebied van de Comte de Bar. Deze is op bevel van Louis XIII in 1633/1634 ontmanteld. Slechts de toren en een deel van een vleugel bleef bestaan. Hierin is nu het Musée Lorrain du Cheval te vinden met een verzameling die vertelt over de verschillende manieren waarop de paardekracht in het verleden werd gebruikt, evenals de aanvullende ambachtsactiviteiten in verband met die werkgelegenheid.

Eens was hier ook een oude priorij van de Benedictijnen, gesticht aan het einde van de 11e eeuw en behorende tot Abbaye St. Evre van Toul. Het latere Franciscaner convent is tijdens de Franse Revolutie verdwenen. De Église de la Nativité de la Vierge stamt oorspronkelijk uit de 11e eeuw maar heeft in de loop der eeuwen aanpassingen ondergaan: Gotische gewelven uit de 13e eeuw, het koor in de 15e eeuw. Opvallend zijn verder het altaar met baldakijn, een monumentale graftombe, de doopkapel, beeldhouwwerken, ramen en schilderijen. Maar opmerkelijk is de 17e eeuwse gebeeldhouwde retabel met olieverf geschilderde afbeelding van St. Nicolas. Het beeldhouwwerk is van de hand van Maître Toussaint uit Pont-à-Mousson, de schildering van een zekere Ramery uit Ligny-en-Barrois. Het stelt de redding van 3 jongelingen voor door St. Nicolaas, die de storm op zee heeft doen gaan liggen. Helemaal boven aan deze retabel nog de afbeelding van de H. Drievuldigheid: Vader, Zoon en Heilige Geest.

Gondrecourt-le-Château - Henry Grosjean (1866-1948) "Wooded Landscape"
Gondrecourt-le-Château is de geboorteplaats van Louis Jacquinot (1898 –1993). Hij was advocaat en politicus, en bekleedde hoge functies in de Franse regering tijdens de Tweede Wereldoorlog en daarna. Een rechtse gematigde politicus die zijn politieke carriere beëindigde in1968. Ook de kunstschilder Henry Grosjean (1866-1948) is geboortig in Gondrecourt-le-Chateau. Grosjean was een student van Jules Lefebrvre en Tony Robert-Fleury. In 1892, begon hij zijn landschappen bij de Salons in het Juragebergte en het gebied van Savoie tentoon te stellen. Bekend om zijn geometrische visies van aard, en strenge monotonie van zijn stijl die melancholie onthult, zijn zijn schilderijen oprecht en nooit kunstmatig. Zijn werk is te zien in het Musée d'Orsay te Parijs en het museum van Beauvais.

DAG 3
Traject Gondrecourt-le-Château - Bertheléville - Vouthon-Haut - Domremy-la-Pucelle 25 Km

Deze wandeling is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Maar ten aanzien van wijzigingen of onvolledigheden in de tekst kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard.

Charles Aerssens


OVERNACHTINGSMOGELIJKHEDEN:

Chambre d'Hôtes Nr.55G210
Mme Pierrette Devillier
4 Place de la Halle
55130 Gondrecourt-le-Château
Telefoon: +33 329896357

KAARTEN

- TopoKaart IGN 1:50 000, Pays du Barrois - Meuse Sud
- TopoKaart IGN 1:25 000, 3216E Domremy-la-Pucelle
- TopoKaart IGN 1:25 000, 3216O Gondrecourt-le-Château

GIDSEN:

- ANWB Gouden Serie: Vogezen - Elzas - Lotharingen, S. van SchuppenKeuning, ISBN 90-18-01387-0
- Michelin Guide de Tourisme: Vosges - Lorraine -Alsace
- Capitool Reisgidsen: Frankrijk, ISBN 90-410-1806-9 NUGI 471



Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 11-09-2005 door C.P.J. Aerssens