LANDGOED HUIS TER HEIDE

[IMAGE]


Tussen de dorpen de Moer en Loon op Zand bevindt zich het landgoed Huis ter Heide. Van oorsprong strekte zich hier een enorm veengebied uit. In dit veengebied werd vanaf de laat dertiende eeuw reeds turf gewonnen. Bijvoorbeeld het dorp de Moer (toponiem: veenmoeras of veengrond) dankt haar naam nog aan de hier veel voorkomende veengronden.

Ook zijn er nog vele straatnamen en topegrafische benamingen in het gebied tussen de Bergsche Maas en de gemeenten Loon op Zand en 's Gravenmoer aan te treffen, die herinneren aan de tijd dat turf en turfvaarten een belangrijke bron van inkomsten voor de lokale bevolking betekenden. Rechtvaart, Vossenbergse Vaart, 's Gravenmoersche Vaart, Sprangse Vaart, Nieuwe Vaart en Hoge Vaart zijn enkele voorbeelden. ln de zestiende eeuw, na ongeveer 200 jaar van intensieve turfontginningen, werd het vroegere veengebied door de economisch actieve mens verlaten. Als gevolg van de zogenaamde vervening (veen ontdoen van de bovenste laag voor het vormen van turf), onderging het landschap daarop een ingrijpende verandering, Enorme heidevelden ontstanden. Moersche Heide, Loonsche Heide en landgoed Huis ter Heide zijn onder meer plaatsbeschrijvingen die nog naar deze periode verwijzen.

Vanaf de tweede helft van de achttiende eeuw is het bekend dat er in opdracht van de toenmalige Duitse eigenaar, in gedeelten grootschalig bos werd aangeplant op de heide. Voornamelijk betrof deze beplanting grove den. Rond 1850 werd het inmiddels ontstane bos grotendeels geveld door de toenmalige Nederlandse eigenaren. De opbrengst van het hout werd gebruikt om het heidegebied verder in cultuur te brengen voor landbouwdoeleinden. Deze ontginningen werden begonnen vanuit een hiervoor speciaal gebouwde boerderij, welke 'Het Bodemhuis' werd genoemd. Deze naam werd ontleend aan een topegrafische aanduiding van een groot woest gebied tussen Tilburg en de Moer-Loon op Zand, dat 'Groote Bodem' was geheten en waarin ook een deel van het huidige landgoed Huis ter Heide was gelegen. Het in 1850 gebouwde Bodemhuis mag overigens niet worden verward. met de uit 1864 stammende villa Huis ter Heide, die noordelijker is gesitueerd, langs de weg Loon op Zand-de Moer.

In de tweede helft van de negentiende eeuw veranderde het grondgebied waarop het landgoed Huis ter holde was gelegen diverse malen van eigenaar, die het respectievelijk aankochten uit beleggings- of ontginningsoverwegingen. De ontginningen betroffen zowel de bosbouw als landbouw. Rond de eeuwwisseling werd de uiteindelijke basis gelegd voor de stichting van het huidige landgoed Huis ter Heide. In 1906 werd de heer Van Geluk, een landbouwontginner, de gelukkige eigenaar van een groot deel van de gronden van het huidige landgoed. Tezamen met de bos bouwontginner Holleman kunnen zij als stichters van het tegenwoordige landgoed Huis ter Heide worden genoemd.

In 1932 werd een beheersmaatschappij opgericht, 'Cultuuronderneming Zoomland' geheten, die het landgoed in 1932 verkocht aan de heer Gimbrère. Evenals de twee eerder genoemde stichters bezat de heer Gimbrère ook aI eigendommen in het gebied. In 1938 verkocht de heer Gimbrère op zijn beurt het geheel aan de Utrechtse beleggingsmaatschappij Unitas. Het landgoed, met hierop de welbekende villa met, de naam van het landgoed op haar voorgevel, en twee boerderijen (een hiervon betrof het Bodemhuis), eveneens op het landgoed gelegen, gingen voor een bedrag van f 35.000,- van de hand.

In 1976 werd het landgoed door Unitas ondergebracht in een naamloze vennootschap 'Landgoederen Huis ter Heide' geheten, waarvan de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten de enige aandeelhoudster werd. De omvang van het landgoed bevat ongeveer 650 hectaren. Sinds die tijd heeft Natuurmonumenten een op natuurontwikkeling . gericht beheer gevoerd op het landgoed Huis ter Heide. Hierdoor zijn de natuurwaarden van flora en fauna in dit prachtige gebied aanzienlijk toegenomen.

In 1990 werd in het door de overheid uitgevaardigde Natuurbeleidsplan (NBP) het landgoed Huis ter Heide, in samenhang met de Duiksehoef en de Loonsche en Drunense Duinen, gerekend tot de kerngebieden van de ecologische hoofdstructuur van Nederland. Deze overheidsbeslissing betekende allereerst dat de Staat tot het inzicht kwam het gebied permanent te conserveren. Ten tweede vormde het een blijk van erkenning voor het baanbrekend werk van Natuurmonumenten om dit gebied duurzaam te behouden.

[IMAGE]


Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 30-09-2000 door C.P.J. Aerssens