GRENSLANDPAD - LAW11
Traject Thorn - Neeritter - Molenbeersel - Stramproy 18 KM

© L.A.W.V.VIA-VIA
Thorn - Stiftskerk Sint Michaël

Vertrekpunt
Afstand
Korte karakteristiek







Thorn
Ongeveer 18 km.
Dit traject leidt ons vanuit het in Limburg gelegen “Witte Stadje” Thorn, startplaats van het Grenslandpad LAW11 direct over de Nederlands-Belgische grens door het drassige natuurgebied ’t Vijverbroek en langs Grenspaal 138 naar Neeritter. De route gaat door het mooie kleinschalige landschap Kempenbroek aan de noordoostrand van het Kempens Plateau op de grens van Belgisch en Nederlands Limburg, een grensoverschrijdende landschap, dat uniek is voor Vlaanderen en Nederland. Verschillende beken vloeien hier samen in de vlakte waardoor er een nat en moerassig gebied ontstaan is met bossen, heide, vennen en landbouwgebieden. Via Molenbeersel wandelen we naar Stramproy.

ROUTEBESCHRIJVING

Thorn, dat bekend staat als het “Witte stadje” vanwege haar witte huisjes in het centrum, is het startpunt van het Grenslandpad als je deze LAW 11 van oost naar west onder de wandelschoenen neemt. Het is het eerste Nederlandse dorp op de westelijke Maasoever vanaf Maastricht en maakt sinds 1 januari 2007 deel uit van de nieuwe gemeente Maasgouw. De eerste sporen van menselijke bewoning in Thorn en omgeving dateren uit de laatste fasen van de oude steentijd. Maar de geschiedenis van Thorn, gelegen langs de vroegere Romeinse heirbaan van Maastricht naar Nijmegen, hangt nauw samen met die van de abdij van Thorn, die rond 975 gesticht is als adellijk benedictinessenklooster door Graaf Ansfried, later bisschop van Utrecht. Het klooster in Thorn groeit daarna uit tot een wereldlijk sticht voor adellijke dames, die worden bijgestaan door kanunniken. Aan het hoofd staat een Vorstin-abdis, die alleen de Duitse Keizer boven zich erkent. Thorn groeit uit tot een miniatuur vorstendom. Tot dit Land van Thorn behoren Thorn, Ittervoort, Haler, Grathem, Stramproy, Baexem en Ell.

De komst ven de Fransen maakt een einde aan dit bolwerk van vrouwelijke heerschappij met een eigen rechtspraak, mini-leger en eigen munt. Nagenoeg alle gebouwen worden in de Franse tijd (1794-1814) gesloopt, alleen de abdijkerk St. Michaël weet men voor afbraak te behoeden. Ook de woningen waarin de stiftsdames wonen, blijven behouden. Met de opheffing van het kleine vorstendom verdwijnt de welvaart en na het Weense Congres (1815) wordt het in het Koninkrijk der Nederlanden een agrarische gemeente in een vergeethoek van de wereld. De huizen worden witgeverfd omdat ze vaak zijn vernield en er dus verschillende bouwsels in zijn verwerkt. Een gelukkig gevolg hiervan is dat het stadje zijn sfeer heeft weten te behouden en veel van zijn historische schoonheid bewaard gebleven is, wat ertoe leidt dat de oude kern van Thorn in 1973 nationale erkenning vindt en wordt uitgeroepen tot beschermd stadsgezicht. Door die witte huisjes en de rust van het dorpje is Thorn al gauw geliefd door kunstenaars en tegenwoordig toeristen, die massaal het “Witte stadje” bezoeken.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Thorn - Interieur Stiftskerk Sint Michaël
We vertrekken voor de eerste etappe van het Grenslandpad in het centrum van Thorn vanaf de Wijngaard, het fraai plein aan de westzijde van de Stiftskerk St. Michaël, omgeven door een ommuurd kerkhof. Het is een forse driebeukige kruiskerk met vijfzijdig gesloten koor en fors westwerk, Het Romaanse oostkoor wordt midden 13e eeuw vervangen door een mergelstenen koor met crypte in gotische stijl en in 1268 gewijd. In de 14e eeuw is het schip vernieuwd en ontstaan de dwarsbeuk en aan de noordzijde een koorknapenschool. Dan wordt ook de crypte in mergelsteen vernieuwd en krijgt nieuwe kruisribgewelven op achtzijdige zuilen met maaskapitelen. De sacristie tegen de noordzijde van het koor en een aantal zijkapellen stammen uit de 15e eeuw werden. In het zuidelijk nevenkoor wordt een gewelf aangebracht, waardoor een verdieping ontstaat, het zogenaamde abdissen- of vorstinnenkoor, gewijd in 1446. De archiefruimte met kapittelzaal aan de noordzijde dateert uit 1485. De net- en stergewelven van schip, viering en noordtransept dateren uit het einde van de 15e eeuw. In het interieur vallen het hoofdaltaar (1769), een Renaissance altaar (1624) en enkele Barokaltaren op. Er is een Laat-Gotische Calvariegroep en het opvallende grafmonument van de kanunnikes Clara Elisabeth van Manderscheidt-Blanckenheim (1668). Het abdissen- of vorstinnenkoor heeft een Lodewijk XVI aankleding en is toegankelijk via een fraaie trappenopgang.

Omvangrijke aanpassingen vinden plaats vanaf 1780. Na de opheffing van het klooster in 1797 wordt de oude parochiekerk gesloopt en neemt de gemeente St. Michaël kerk in gebruik. De beroemde Neo-Gotische architect P.J.H. Cuypers restaureert in de 19e eeuw de kerk. Hij laat de oostelijke kapellen slopen, alle 18e eeuwse venstertraceringen worden vervangen, het zuidelijk nevenkoor krijgt een groot venster en op het westwerk verrijst de hoge, neogotische toren (1863-1872), die in 1944 gedeeltelijk verwoest wordt. Later volgt herstel en er worden in de loop der jaren nog restauraties uitgevoerd.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Thorn - Monument voor de Muziek van Jaac Waayen (1987)
Vanaf de Stiftskerk St. Michaël verlaten we de Wijngaard direct linksaf door de Kloosterberg. Onder een oud poort en langs de immuniteitsmuur lopen we naar beneden. De muur is opgetrokken van baksteen en deels gevuld met speklagen van mergel. Deze muur sluit het gebied af waarbinnen de voormalige abdijgebouwen liggen. De immuniteit houdt in dat dit gebied onttrokken is aan de rechtsmacht van de parochie en het wereldlijk bestuur van Thorn en daardoor een eigen rechtsgebied heeft gevormd. In deze muur zien we een ringpoortje met Gotisch geprofileerde dagkanten. Beneden gaan we rechtsaf en volgen de beek. Even links vinden we de fraaie sculptuur, het Monument voor de muziek, in 1987 vervaardigd door Jaac Waayen. Op de sokkel vinden we de volgende tekst: De taal van Thorn is muziek. Muziek is in Thorn van alle tijden. Dit monument is een eerbetoon aan allen, die de schoonheid van de muziekkunst van Thorn van generatie op generatie hebben ontwikkeld en doorgegeven als toonzetting voor de toekomst.

We volgen de beek naar rechts, Onder de bomen heet het voetpad en we slaan verderop rechtsaf over een brug en dan meteen linksaf de Beekstraat in. Na de bebouwing, bij het kerkhof gaat de verharding over in een voetpad langs de Itterbeek. Aangekomen bij de picknickplaats wandelen we linksaf over een brugje en bereiken door het klaphekje het begrazingsgebied 't Vijverbroek'. Dit gebied is een oude verlande maasmeander die voornamelijk bestaat uit een zeer waardevol elzenbroekbos. De drogere delen, voormalige landbouwgronden, worden sinds 1999 begraasd door Gallowayrunderen en Konikpaarden. Volgens een oude sage heeft hier vroeger een stad, Vijveren geheten, gelegen. Die stad verzonk op zekere nacht met kerken, torens en klokken en al in een waterkolk vanwege de hoogmoed en de losbandigheid van haar inwoners. Bij héél laag water zijn in vroeger tijden nog de spitsen van de torens gezien en in de Kerstnacht luiden er in de diepte nog de klokken. Weidende varkens wroeten later op het Vijverbroek een zware kerkklok op, vermoedelijk afkomstig uit de verdronken stad. De bewoners van de dorpen in de omtrek krijgen ruzie over die vondst en ieder dorp wil de klok voor zich hebben. Maar het lukt die van Thorn, lttervoort en Kessenich niet, ze ook maar te bewegen. Die van Stramproy proberen het 't laatst en hun lukt het meteen. Zij laden de klok op een kar, bespannen met vier ossen, en voeren de klok naar hun dorp. Als de ossen met de klok de grens van het gebied van Stramproy overschrijden, begint de klok vanzelf te luiden en geven de klokken van de kerk te Stramproy, die van dezelfde klokkengieter zijn, dadelijk antwoord.

Vlonderpad door begrazingsgebied 't Vijverbroek
Op dit punt steken we de Nederlands-Belgische grens over en met de klok meelopend bereiken we een vlonderpad, dat ons door het natte deel van dit begrazingsgebied voert. We volgen een graspad steeds rechtdoor tot aan een bosrand. Hier maakt het pad even een bocht naar links en dan direct rechtsaf. Via het klaphekje verlaten we het begrazingsgebied ‘t Vijverbroek. Op een asfaltweggetje aangekomen leidt de route ons rechtsaf de Vijverbroekstraat in. We kruisen de drukke voorrangsweg, de N78, de Venlosesteenweg naar Maaseik. Aan het einde van de Kleine Kasteelstraat slaan we rechtsaf de Kasteelstraat in langs het Kasteel Borgitter, nog net op Belgisch grondgebied.

Het goed onderhouden Classicistisch Kasteel Borgitter uit de 18e eeuw, oorspronkelijk van omstreeks 1500 en met een hoektoren (1610) in Maasstijl heeft een prachtige tuin en is omringd door een brede gracht met een loopbrug naar de hoofdingang. Het ligt in een groene omgeving met een neerhof waar zich de 18e eeuwse hoevengebouwen, de Breukskenshof en Halfeshof, een rentmeesterswoning en een watermolen (17e eeuw) bevinden. Tot aan de Franse revolutie is het bewoond door de familie Van Waes. In 1800 komt het in bezit van de familie Michiels. Het domein is volledig omheind en voorzien van diverse smeedijzeren poorten. Het kasteel is in de loop der jaren origineel gerestaureerd. Als België onafhankelijk wordt van Nederland in 1830, wordt bij het vaststellen van de grenslijn een streep dwars door het plaatsje Neeritter getrokken. Hierbij wordt Kasteel Borgitter Belgisch. De rest van het dorpje blijft Nederlands. Een grenspaal die in 1843 in het dorp wordt geplaatst, herinnert nog aan die tweedeling.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Neeritter - gevelversiering in de Bosstraat
Bij Grenspaal 138 gaat de Kasteelstraat over in de Bosstraat en staan we in het centrum van Neeritter. Het dorp dankt zijn naam aan de Itterbeek die door het dorp stroomt en wordt voor het eerst vermeld in een akte uit 984. De Itterbeek vormt sinds de grensscheiding van 1843 ter hoogte van Neeritter gedeeltelijk de landsgrens van Nederland en België. In en bij het dorp staan een aantal historische gebouwen, waaronder naast monumentale boerderijen en huizen een gasthuis uit de 15e eeuw, een watermolen, de Armenmolen uit 1686 en de St. Lambertuskerk. Het oudste deel van deze driebeukige kerk is grotendeels de Romaanse 13e eeuwse toren, die rond de 14e eeuw verhoogd wordt en met het huidige Gotische middenschip uitgebouwd. In de 15e eeuw wordt de kerk nogmaals uitgebreid met een koor en zijbeuken. In 1842 is de toren voor een tweede maal verhoogd. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog heeft Neeritter veel te lijden van plunderaars. Ter bescherming werpen de bewoners in 1584 een aarden wal en een gracht rond het dorp op. In de loop der tijd heeft deze wal zijn functie verloren. Rond 1960 wordt bij de aanleg van de riolering de gracht gedempt.

We wandelen de Bosstraat uit tot voor een oud gerestaureerde boerderij, waar we linksaf de Haardstraat in gaan. Op de kruising met de Huikensstraat en de Rutjestsraat slaan we rechts af tot we de eerste straat naar links inlopen, de Manestraat. Na iets meer dan één kilometer komen we bij aan een viersprong bij de grens. Bij deze viersprong met Keyersstraat nemen we linksaf het zandpad langs de camping Diepven. Op de volgende kruising met de bosweg gaan we rechtsaf en bereiken rechtdoor Grenspaal 140. Vlakbij Grenspaal 140 is een Picknickplek en vinden we een bijzonder wegkruis bij een lindeboom. Blijkens het opschrift "offer voor de koors" en de muntgleuf in de voet van het kruis kan een kleine gift de gelovige vrijwaren van ziekte en koorts. Nog even rechtdoor en op de kruising de Hubensstraat in. Langs de kapel Onze Lieve Vrouw van 7 Smarten en rechtdoor, tot we voorbij de Hubertushof aan onze linkerzijde rechtsaf de Hoverstraat in wandelen.

© L.A.W.V.VIA-VIA
Kinrooi - Kapel Onze Lieve Vrouw der Zeven Smarten (1929)
Voor de brug over de Lossing of Nieuwe Abeek gaan we rechtsaf het Gemeentelijk wandelbos Goort in, dat zich aan weerszijden van de Nieuwe Abeek uitstrekt. Eind 19e eeuw bestaat het landschap in de Goort uit uitgestrekte beemden en vochtige weilanden met verspreid liggende broekbosjes. In de loop van de 20e eeuw worden deze beemden grotendeels beplant met populierenbossen. In 2003 voert de Gemeente Kinrooi en de Vlaamse Landmaatschappij in het kader van het landinrichtingsproject Noordoost-Limburg werken uit om het gebied aantrekkelijker te maken voor planten, dieren en recreanten. Door het plaatsen van stuwen in de afwatering en de aanleg van enkele nieuwe poelen krijgt de natte natuur in de zomermaanden meer kansen. De bestaande visvijver wordt een natuurlijke plas met zacht glooiende oevers, waardoor hij aantrekkelijker is voor libellen, kikkers en salamanders. De bestaande populierenbossen maken geleidelijk plaats voor streekeigen eikenberkenbos of elzenbroekbos met gevarieerde onderbegroeiing.

We wandelen over et eerste bruggetje rechtsaf en komen langs de visvijver. Een bomenlaantje rechtdoor nemend gaan we na een trimtoestel linksaf een graspad op. Opnieuw een brugje rechtsaf volgen we het pad langs het water tot aan einde. Bosjes, weilanden en akkers, laagveenmoerassen, de vijvers met rietkanten en moeraszones maken dit gebied uitermate aantrekkelijk. Op de asfaltweg rechtsaf en direct linksaf de Doorslagstraat in, waar we op splitsing links aanhouden en de Hezerstraat inwandelen. Op volgende splitsing opnieuw links aanhouden tot aan de drukke voorrangsweg, de N762. We volgen deze Weertersteenweg rechtsaf de brug over en lopen door tot in Molenbeersel bij de kapel aan de linkerkant van de weg. In 1902-1903 wordt in de buurt van deze plaats een Onze Lieve Vrouw van Lourdeskapel gebouwd ter vervanging van een ouder kruis of kapel die al minstens van het einde van de 18de eeuw dateert. Deze kapel wordt al in 1909 afgebroken bij de aanleg van de tramlijn Maaseik-Weert. In 1910 verrijst tegenover het oude gemeentehuis een nieuwe kapel gebouwd naar een ontwerp van J. Stals uit Stramproy. In de absis is een grot van Lourdes opgebouwd. Boven de deur kan men het volgende opschrift lezen: “De parochianen aan hunne moeder Maria, 1910, C. Gubbels pastoor, L. Roex, kapelaan”.

Hier staan we in het centrum van Molenbeersel, dat ooit behoort heeft tot het zelfstandige abdijvorstendom Thorn en zo nooit deel heeft uitgemaakt van de Spaanse of Oostenrijkse Nederlanden tot na het Congres van Wenen in 1815. Bij de kapel gaan we linksaf de Slichtestraat in. Al meteen passeren we de hoeve Slichtenhof, die een vervallen indruk maakt. Deze hoeve wordt al in 1530 vermeld en is voor de Kempen een zeldzaam voorbeeld van een boerenhoeve uit de eerste helft van de 19e eeuw. In 1831 is Elizabeth Houben eigenares van Slichtenhof. Zij noemt zich na de dood van haar man Mathijs Hoeken “Molenaresse te Molenbeersel”, aangezien haar echtgenoot bouwer is van de iets verder gelegen Zorgvlietmolen. Het L-vormige hoofdgebouw dateert uit 1841. Opmerkelijk is dat de onmiddelijke omgeving van de Slichtenhof gaaf bewaard gebleven is. Op het erf bevindt zich nog de waterput met houten boom en het bakhuis. Ernaast zijn de door een meidoornhaag en boomgaard nog aanwezig. Sinds 17 oktober 2005 staat het op de monumentenlijdt, maar is nu danig in verval en schreeuwt om restauratie!

© www.zorgvlietmolen.net
Molenbeersel - Inwendige Zorgvlietmolen
De Slichtestraat komt uit op de Oude Kerkstraat met zicht op de Zorgvlietmolen. Deze gaaf bewaarde windmolen van het type berg- of beltmolen is in 1919 gebouwd door Godfried Truyen-Smeyers ter vervanging van een achtkantige, houten bovenkruier van 1817 of 1818, gebouwd door M. Hoeken uit Rotem en J. Smeets uit Beersel. In 1882 komt deze Zorgvlietmolen in het bezit van de familie Truyen-Smeyers en Stevens, maar wordt in 1914 afgebroken. De huidige molen krijgt vlak vóór WOII een dieselmotor, die rond 1950 vervangen wordt door een elektrische motor. Sinds 1957 is ze eigendom van de familie Truyen-Swillen en wordt in 1967 gerestaureerd. Ze is sinds 1971 buiten bedrijf, maar heeft onlangs nog een geslaagde restauratiebeurt gekregen en staat op de monumentenlijst.

Bij deze Zorgvlietmolen eerst even linksaf en vervolgens rechtsaf de Zandveldstraat in. Aan het einde linksaf en de Zandbosstraat volgen ook op de splitsing, hier schuin rechtsaf. Op een kruising met de Winkeldervenstraat en de Smidsestraat rechtdoor. Aan het einde gaat de route rechtsaf de Winkelstraat in en op de kruising met de Hoofstraat en St. Hubertuskapel rechtdoor. Dit kapelletje is gewijd aan de beschermheilige van de jagers. Om uiteenlopende redenen zijn in het verleden kapellen opgericht: als dank, om zegen te vragen, puur uit devotie, kortom: vanuit een diep geworteld volksgeloof. Aangekomen op het kruispunt met de Eikelenbosstraat rechtsaf. We wandelen nu het buurtschap Opwinkel binnen met de hoeve Foshof en Stevenshof. Op een volgend kruispunt opnieuw rechtsaf de Heibroekstraat die de Fosheistraat kruist. Als deze in een haakse bocht overgaat naar rechts in de Heikempstraat, daar waar het industriegebied begint, lopen we linksaf een graspad in langs de afrastering. wordt grindweg. We passeren Grenspaal 155 en met een scherpe bocht naar rechts en even verder naar links brengt het asfaltweg ons naar Breyvin. In de Neelestraat komen we voorbij de Breyvinkapel, ook wel Bellekapel of Kaupmankapel genoemd uit 1805. De kapel is wit geschilderd met een spitsbogige toegang, afgesloten door een fraai hekwerk met de naam van de Breyvinkapel in het midden. Op een houten plank tegen de achterwand staan beelden van Anthonius van Padua, Maria met kind en Cornelis als paus.

© www.zorgvlietmolen.net
Stramproy - Decap Orgel Mr. Bojangels in Brasserie-Restaurant Het Spieghelpaleis
Rechtdoor wandelend bereiken we de bebouwing van Stramproy en op een splitsing rechts komen we op de Horsterweg. Deze gaat over in de Pastoor Greijmansstraat, die uitkomt op de Frans Strouxstraat. Naar links lopen we door tot aan de St. Willibrorduskerk aan het Kerkplein midden in het centrum van Stramproy. Hier eindigt de onze dagetappe van het Grenslandpad. We genieten na van deze dagwandeling in Brasserie-Restaurant Het Spieghelpaleis, waar het Decap Orgel Mr. Bojangles een echte attractie is. Het orchestrion door de toegepaste hedendaagse computertechnieken speelt elk muziekstuk meesterlijk op exact dezelfde wijze als het origineel. Zo is het orgel onder meer voorzien van 4 accordeons, een drumstel, saxofoon, trompet en diverse houten slag en blaas instrumentarium en... alles speelt en beweegt!

Aansluitend traject
Stramproy - Lozen - Hork - Winter

Deze wandeling is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Maar ten aanzien van wijzigingen of onvolledigheden in de tekst kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard.

Charles Aerssens

KAARTEN

- TopoKaart 1:25 000, 57H Stramproy
- TopoKaart 1:25 000, 58C Thorn

GIDSEN:

- Wandelgids Grenslandpad - LAW11, Wandelen tussen het Zwin en de Maas, ISBN 9071068-62-5, € 18,10





Lange Afstand Wandelvereniging "VIA-VIA".

Gegenereerd op 14-04-2008 door C.P.J. Aerssens